Na de Koninginnedag van 1948 ging het leven weer gewoon zijn gangetje, saampjes met mijn vriendin.
Ik kwam veel 's avonds bij haar thuis, voor klaverjassen of andere spelletjes.
En niet te laat naar huis, want 11uur is 11 uur, nee tante was niet streng, maar ik moest er weer vroeg uit. Zij hield mij altijd gezelschap, 's morgens.
's Avonds als ik naar huis tramde, probeerde ik wel eens te raden wat we zouden eten.
Maar wat het ook was, het smaakte altijd lekker want koken kon zij wel.
Zij ging meestal 's avonds op visite, of bij de buurtjes van 3 hoog, de familie B. Swart of bij de familie Voogd, die aan de overkant woonde en ik vermaakte mij bij, ja juist, mijn vriendin.
Zaterdags ging ik altijd met mijn collega's van uit ons werk een Kalverstraatje pakken en als het salaris was uitgereikt winkeltjes en etalages kijken.
Zo raakte ik goed ingeburgerd en kreeg meerdere vriendinnen, ja het was een leuke tijd.
Af en toe in hadden we in het Krasnapolski Hotel een personeelsfeest, met dansen na.
Alleen dat helemaal naar huis lopen vond ik niet zo leuk, maar dan was er gelukkig wel een mannelijke collega die toevallig ook dezelfde kant uit moest en mij netjes tot voor de deur bracht, met de motor.
Zo leerde ik al snel wat het stadse leven allemaal te bieden had.
Mijn verkering ging uit, omdat ik nog niet trouwen wilde. Ja, dat was even slikken.
Maar zeg nu zelf, ik ging nu eigenlijk pas echt genieten toch?
Een hele tijd verliep alles rustig en hoorde wij ook niets van onze mede feestgangers van Koninginnedag, tot ik plotseling 1 van hen tegenkwam in de Czaar Peterstraat, toen ik van boord kwam.
Onder het lopen vertelde hij honderd uit, van de Csaar Peterstraat naar huis is best nog een pittig stukje lopen. Plotseling zegt hij : "dat komt mooi uit Mary, ik moest je de groeten overbrengen als ik je zag van Jack en kan ik met jou een afspraakje maken namens hem, ik breng de boodschap dan wel over".
Jack zat bij de Marine en lag in den Helder. Eerlijk gezegd vond ik hem meteen leuk, maar liet niets merken.
Wij spraken af onder de klok van het Badhuis, op het Javaplein.
Zo zijn wij een paar keer samen uit geweest, werd geen verkering hoor, want hij wist dat hij 2 jaar naar Indonesië ging en wilde mij niet binden, mooi he! Met de Kerst kreeg ik een brief uit Indonesië, of ik hem wilde schrijven. Van dat schrijven is inderdaad een huwelijk gekomen, maar pas in 1954. We konden niet aan een woning komen, zo had ik nog goed de tijd om te sparen en te genieten...
zie hiervoor ook : Gat in het dak