Een reactie van Maria van Groen
Op het artikel 'Zoldertjes prikkelen de fantasie'.
Wij woonden in de tweede wereld oorlog in de Niasstraat 29 twee hoog. Het portaalraam en de erker waren op de hoek, in de Niasstraat, een mooie hoekwoning > heel veel tijd hebben wij doorgebracht op het portaal.
Men kon zo mooi uit het raam kijkend of op de vensterbank zittend naar de sportwedstrijden kijken in de speeltuin. Vooral van Archipel, de Korfbalclub. Je speelde genoeg op straat dat kon toen nog, bokspringen, knikkeren of met een touw aan de lantaren zweven, nadat je het touw eerst helemaal om de paal had gedraaid.
Er waren toen geen supermarkten, maar er waren genoeg winkels in de buurt.
Groenteman, melkboer, drogist, wijnwinkel, bakker, snoepwinkeltje, iedereen kende elkaar. Wilde men meer, dan was er dichtbij de Javastraat en de Molukkenstraat. Wij kinderen mochten alleen niet verder dan de Molukkenstraat.
Het werd steeds slechter met de jaren, vader was in Duitsland en moeder had haar 6 kinderen graag in het zicht, de bomen verdwenen langzamerhand uit de straat voor het noodkacheltje.
's Avonds ging men niet meer de straat op, want lantarens brandden er niet meer, er was geen elektra en geen gas.
Men moest de boel verduisteren, er werd je niet veel verteld, dus begreep je er niet veel van als kind.
's Nachts hoorde men massaal de vliegtuigen overvliegen, dan kroop je diep onder dekens, niet alleen van de kou, maar ook van angst, je zei niets maar vroeg je in stilte af waar zullen ze hun last zouden laten vallen. Gelukkig is hier weinig gebeurd wat dat betreft.
Ik kan mij nog herinneren dat er een vanille inpak bedrijf was, ongeveer op nummer 18 in de Niasstraat. Daar heb ik ook nog geholpen met inpakken, volgens mij was dat stiekem werk, maar het rook zo lekker zoet en verder was er niet veel te koop, alleen zwarte sigaretten, een rijksdaalder per stuk.
Moeder heeft nog dag en nacht zitten naaien op de trapnaaimachine om lappenpoppen te maken, wij kinderen moesten ze dan vullen en dichtnaaien, ja, iets anders was er niet als speelgoed te koop.
De buurt kende je op je duimpje, dus ook in het donker vond je het Boeroeplein, de Makassarstraat en de Gorontalestraat.
Onze woning bestaat nog steeds, Oost blijft een vertrouwde buurt voor mij, al is er heel veel veranderd.
En als het volle maan was, dan ging je wel graag eens naar de bioscoop. *)
*) Ik denk dat Maria hiermee bedoelde wanneer het verduisterd was, al weet ik niet of de bioscopen toen wel toegankelijk waren. Ik kan het haar helaas niet vragen, Maria (Mary) is in 2015 overleden. (red. Anneke Koehof)
mv.Muller - van Groen.
23 april 2013