Tijdens de oorlog waren er allerlei beperkingen met betrekking tot het kopen bij joodse winkels. Persoonlijk kan ik mij daar niets van herinneren. Ook van een joodse markt in de speeltuin van de Joubertstraat weet ik niets. Wij bleven gewoon bij de winkels kopen waar we altijd hadden gekocht. Mogelijk dat die beperkingen later zijn ingegaan, nadat mijn ouders zijn weggehaald en ik ben ondergedoken. Zo bleven wij bijvoorbeeld gewoon bij de groenteman kopen, die een paar huizen verderop aan de Transvaalkade zijn winkel had.
Aanvulling F.Slicht
Op 3 november 1941 werden in Amsterdam de joodse markten ingesteld. Lees bijvoorbeeld ook het verhaal: De Joodse markt. De maatregel dat Joden geen groente en fruit in niet-joodse winkels mochten kopen, is ingegaan op 4 april 1942.
Ik kan mij nog goed de dag herinneren dat mijn ouders uit huis zijn weggehaald de groenteman mij aanschoot. De groenteman zei: ‘Je vader en moeder zijn weggehaald en zij stonden hier voor de deur te wachten op de auto. Jouw moeder, die trok altijd zo’n snoetje, vertelde mij dat ze mee moesten voor controle’.
‘s Avond is er ook nog een oom aan de deur geweest. Hij kwam twee dekens halen die mijn ouders moesten meenemen. Of ze deze nog op tijd hebben gekregen, weet ik niet. Diezelfde avond nog zijn ze van de Hollandsche Schouwburg doorgevoerd naar Westerbork. Dat was de zevende augustus 1942. Twee dagen later, op de negende, is mijn moeder al overleden in de trein en dus niet in Auschwitz.