Na de oorlog kwam ik heel toevallig een vroeger vriendje van mijn zuster Sophie tegen. Hij had graag ‘iets met haar gehad’. Het iets met haar hebben is er echter nooit van gekomen. Ik zag hem heel toevallig voorbij fietsen. Ik wist natuurlijk niet waar hij woonde. Ik ben daarom bij de gemeente geweest om na te vragen waar hij woonde. Ik ben toen direct bij hem langs geweest. Er deed een vrouw open, dat bleek niet zijn vrouw te zijn. Hij was niet thuis en ik heb toen een bericht voor hem achtergelaten met waar hij mij kon bereiken. Hij is direct langs gekomen en we hebben veel gesproken. We hadden een goed contact en zijn zelfs samen op vakantie geweest. Zo hebben we enkele weken op de Kagerplassen gezeild.
Kort daarna moest hij voor zijn werk, hij had een goede baan bij Shell, naar Nederlands-Indië. Op de afscheidsreceptie zei zijn moeder dat ik ook wel naar Indië zou gaan. Niet dus!
Vele jaren later, ik was al ruim getrouwd en had twee kinderen, heb ik hem opnieuw gezien.
Toen vertelde hij mij waarom hij nooit gevraagd heeft of ik met hem zou willen trouwen. Hij vertelde toen dat hij bang was dat Jules, mijn eerste man, zou terugkomen.
Hij is nooit getrouwd. Dat soort dingen gebeurde ook na de oorlog.