In de oorlog werd het leven van de Joodse mensen steeds meer ingeperkt. Er kamen steeds meer beperkende maatregelen. De meest vreemde maatregel vond ik toch wel de inrichting van de speciale Joodse Markt. Die kwam, daarom weet ik het zo goed, vlak voor ons huis. De markt werd gehouden in de Joubertstraat, in de speeltuin waar ik vroeger altijd had gespeeld. Als we de contributie tenminste hadden betaald, dat was 10 cent per week. Het kwam namelijk wel eens voor dat we thuis niet genoeg geld hadden om de contributie te betalen. Dan kon het zo maar gebeuren dat werd omgeroepen: ‘Willen de kinderen van Suesan d’r uit gaan, de contributie is niet betaald’.
In die speeltuin kwam dus een speciale markt. Op de markt stonden alleen Joodse marktkooplui. Alleen Joodse mensen mochten naar binnen. Wij, mijn moeder en haar dochters, mochten dus niet naar binnen. Wij waren volgens de Duitse regels en wetten officieel geen Joden. Gek genoeg kan ik mij nu, achteraf, niet meer goed herinneren of er veel over gesproken of over geklaagd werd. Er werd hooguit besproken dat het stond te gebeuren, bijvoorbeeld dat je een kaart moest invullen voor de markt of de speciaal aangewezen winkels.
De markt in de Joubertstraat was afgezet met een hek (eigenlijk het hek van de oude speeltuin). Er zat ook een portier, volgens mij heette hij Vaz Diaz ofzo. Die was trouwens ook gemengd gehuwd, net als mijn ouders. Hij zat in een hokje bij de ingang en moest controleren of er wel alleen Joden naar binnen gingen. Als je als niet Jood werd betrapt op de markt, dan kon je een boete krijgen. Trouwens net als de kooplui waar ze hadden gekocht.
Â
Voor alle verhalen: Katharina Blog-Suesan inhoudsopgave