Behalve de familie van moederskant ben ik eigenlijk ook de familie van vaderskant verloren, maar wel op een andere manier. Mijn grootvader en bijna alle ooms en tantes van de familie Barend en hun kinderen zijn op een vreselijke manier aan hun einde gekomen in de concentratiekampen.
Mijn moeder heeft de oorlog overleefd omdat zij met een niet-joodse man was getrouwd. Heeft haar familie mijn vader echt omarmd, de familie van mijn vader dacht daar heel anders over. Zij hebben zich in de oorlogsjaren ook ‘niet goed gedragen’. Zij hebben ingespeeld op de angst waarin mijn moeder leefde. Zij hebben het zelfs gepresteerd om onderwereld figuren in te huren. Die deden zich voor als leden van de Sicherheits Dienst om ons te bestelen. Lees ook het verhaal: Een bos sleutels.
Ik weet het nog goed, ik kwam net uit school. Ik kwam de straat in en zag dat er op de daken van de huizen mannen met geweren stonden. Zij volgden mij met hun geweren, het leek alsof zij mij begeleidden. Toen ik in ons huis naar binnen kwam, waren mijn moeder en mijn broertje en zusje in de WC opgesloten. Mijn vader werd in de hal door de mannen in elkaar geslagen. Dat was echt vreselijk.
Na de oorlog kwam ik als jong meisje langs een juwelierszaak in de Oosterparkstraat (vlakbij het Kastanjeplein). Daar zag ik een broche van mijn moeder liggen, in de etalage. Er is zelfs politie bijgekomen. Een agent heeft de juwelier toen opdracht gegeven om de broche terug te geven. Zo is het uiteindelijk allemaal uitgekomen wat deze familie heeft gedaan.
Zo komt het dat wij niet alleen de familie van moederskant hebben verloren. Dat heeft grote invloed gehad om het leven van mijn moeder en van mij. Zij heeft lange tijd weinig aandacht voor de wereld en haar kinderen gehad. Toen haar kleinkinderen werden geboren, veranderde zij. Voor hen was zij een fantastische oma. Zij heeft daardoor veel goed gemaakt in mijn leven.