Ik ben geboren in de crisisjaren. Mijn vader werkte op de Grote Vaart en was daarom vaak lang van huis. Toen ik een jaar of anderhalf was, brak de crisis uit. Hij was daardoor voor langere tijd thuis, de boten voeren niet of nauwelijks. Ik heb daardoor een zeer hechte band met mijn vader gehad. Was mijn vader wel van huis, voor langere tijd, dan pakte mijn moeder mij op en ging bij haar vader, mijn opa, in huis wonen. Ik ben daardoor eigenlijk opgegroeid bij de familie van mijn moeder. Later, toen ik een zusje kreeg, ging ik vaak bij hen logeren.
Opa Gerrit Barend
Mijn opa werd geboren op 4 november 1872. Ik heb veel herinneringen aan mijn opa. Ik was veel bij hem in huis. Als mijn vader op zee was, gingen mijn moeder en ik bij mijn grootvader wonen. Ons gezin woonde tot ongeveer 1937 in de Czaar Peterstraat waarna wij verhuisden naar de Schalk Burgerstraat. Maar ook voordat we naar de Transvaalbuurt verhuisden, zat ik op een school in deze buurt.
Mijn opa had toen nog twee dochters en een zoon die thuis woonden. Dat waren mijn tantes Marie (Marianna) en Lena en mijn oom Bernard. Zij woonden in de President Brandstraat op nummer 11 Ă©Ă©n hoog. Ik was hun afgodje. Mijn grootvader leefde met zijn kinderen, zijn aangetrouwde kinderen en kleinkinderen en zij leefden met hem.
In de oorlog is hij nog verhuisd naar de President Brandstraat, nummer 56 twee hoog (volgens de gegevens van zijn archiefkaart). Kort daarna verhuisde hij naar het bejaardenhuis (volgens de archiefkaart op 26 februari 1943).
Lees ook het verhaal: Weggehaald uit het bejaardenhuis.