Mijn tante Eva is geboren op 4 november 1903. Tante Eva werd, zoals dat vroeger heette, doofstom geboren. Daarom is zij al op tweejarige leeftijd naar het doofstommeninstituut Guyot in Groningen gebracht. Zij is daar pas vandaan gekomen toen ze 18 jaar oud was. Ze heeft daar een jongen ontmoet met wie zij op 22 augustus 1928 is getrouwd. Die jongen, of man eigenlijk, was daar ook opgegroeid. Tante Eva trouwde met Huibertus Johannes Jacobus Huis.
Hoe intelligent ze ook was of waren, je kreeg daar (in het instituut) een opleiding op het gebied van handenarbeid. Mijn oom kreeg bijvoorbeeld een opleiding tot meubelmaker. Dat is zijn hele leven een frustratie voor hem geweest. Mijn tante is opgeleid tot coupeuse (kleermaakster). Deze mensen die doof waren, werden ontzettend beschermd opgevoed door hun doofstomme omgeving waarin ze opgroeiden. Dat groeide met elkaar op, het was een leven van een grote familie. Tante Eva heeft daardoor niet zo erg met haar echte, haar broers en zusters bijvoorbeeld, familie geleefd. Ze was al als jong kind uit huis. Mijn tante heeft met haar gezin de oorlog overleefd, haar man was niet-joods. Na de oorlog konden mijn moeder en zuster, tante Eva, niet echt met elkaar, maar zeker ook niet zonder elkaar.
Mijn oom en tante kregen twee kinderen: Huibertus (Bertus), geboren op 31 januari 1929 en Gerrit, geboren op 18 juli 1930. Bertus heeft later nog wat voor opschudding veroorzaakt tijdens de bruiloft van mijn tante Lena. Tijdens de huwelijksplechtigheid in de synagoge stapte hij plotseling met een bijzondere hoofdbedekking naar binnen. Hij had een zakdoek met vier knopen op zijn hoofd gedaan. Hij dacht waarschijnlijk dat hij de regel van hoofdbedekking zo wel had opgelost. Het heeft niet geholpen, hij moest toch weer weg. Toch wel een voorbeeld dat hij niet in deze traditie was opgegroeid of opgevoed.