Mijn oom Abraham Barend is geboren op 11 augustus 1905. Hij trouwde in1927 met Anna Naarden (geboren op 16 februari 1907).
Zij woonden met hun gezin boven de groentewinkel van mijn Barend (Ingogostraat, 14 drie hoog). Zij hadden drie kinderen, mijn neefjes Gerrit, Isaac en Barend. Mijn oom Abraham werkte als broodbakker. Als wij wel eens op visite kwamen, meestal onverwachts omdat wij toen nog geen telefoon of agenda hadden, lag hij vaak te slapen. Hij moest al heel vroeg zijn bed uit om in de bakkerij te zijn.
Oom Abraham was een aardige en stille man. Zijn vrouw, tante Annie, was geen huisvrouw. Zij roeide met de riemen die zij had, zij kon het absoluut niet aan. Ik herinner mij haar als een jonge vrouw die altijd in een stoel zat in een rommelig huis, niet vies maar rommelig. Mijn neefje Gerrit was een aardige en verlegen jongen. Hij was altijd gewoon blij als wij er waren. Zijn broertje Sjakie (Isaac) was een ondeugend en vrolijke jongen. Samen maakten we veel plezier. Toen zij negen en zeven jaar oud waren, werd hun broertje Barend geboren.
Hoewel ik er toch wel veel ben geweest, kan ik eigenlijk niet veel over dit gezin vertellen. Wel heb ik nog altijd het beeld van de stille oom die altijd zo vriendelijk was en blij was als je er was.
Het gezin van mijn oom Abraham is op 7 september 1942 weggehaald. Oom Abraham is op 31 januari 1943 in Seibersdorf, op 37-jarige leeftijd vermoord. Tante Annie en haar twee jongste kinderen zijn op 10 september 1942 in Auschwitz vermoord. Hun oudste zoon was net als zijn vader in Seibersdorf terechtgekomen. Hij werd op 31 maart 1943 vermoord.
Vader en zoon “hebben ze dus blijkbaar nog kunnen gebruiken”, waardoor ze nog een aantal maanden langer hebben geleefd.