Begin 1942 ging ik met mijn moeder naar mijn tante Lena. Daar waren een heleboel mensen aanwezig. Het leek wel een soort receptie maar dan in rouwstemming. Er werd gefluisterd en de mensen stonden er maar. Ze stonden in een grote kamer, het was eigenlijk een kamer-en-suite met de tussendeur dicht geschoven. Ik vond het wel opvallend dat ik mijn tante niet zag. Plotseling werd er geroepen dat Greetje moest komen. Niet iedereen begreep het, maar ik moest komen. De schuifdeuren gingen open en ik werd door iemand naar binnen gebracht. Ik weet nog dat ik aan de hand van iemand heb gelopen. Daar lag mijn tante, in bed, lijkwit. Nu denk ik dat zij in een soort shocktoestand was. Ik werd door een verpleegster op het bed getild. Het was een hoog bed. Ik moest mijn tante allemaal kusjes geven. Ik begreep er niet veel van, alleen dat er iets ergs met mijn tante moest zijn. Wat ik wel begreep, was dat ik mijn tante moest troosten. Ik was er eigenlijk bang van, maar gehuild heb ik niet. Huilen deed je vroeger alleen als je hard was gevallen.
Pas vele jaren later, toen ik dit voorval aan mijn schoondochter vertelde, begreep ik wat er was gebeurd. Ik had mijn schoondochter gevraagd of zij mij wilde helpen met de familiefoto’s, om ze te sorteren. Al kijkend naar de foto’s kwam toen dit verhaal vanzelf naar boven. Pas toen realiseerde ik dat er een illegale abortus gepleegd moest zijn. Dat gebeurde toen natuurlijk niet op de wijze zoals dat tegenwoordig gebeurt.
Het gebeurde toen in een tijd dat zij ieder moment weggehaald konden worden ‘om te gaan werken in het oosten’. Zij wilden zo’n kindje niet in die omstandigheden erbij hebben. Dat moet voor hen een moeilijke beslissing zijn geweest.
Die tijd van de oorlog is niet met die van tegenwoordig te vergelijken!