Omdat mijn ouders gemengd getrouwd waren, zaten zij in een bijzonder positie. Dat moet ook de schoonfamilie van tante Lena hebben gedacht. Zij was erg rijk getrouwd. Haar schoonfamilie vroeg, het was inmiddels al 1943, aan mijn ouders of zij een kleed voor hen wilden bewaren. Mijn moeder zei dat dit absoluut niet kon. Leg het desnoods maar op de grond zeiden ze. Het ging waarschijnlijk om een duur Perzisch tapijt. Wat hebben die mensen nu gedaan, zonder te overleggen met wie dan ook? Ze hebben een bakfiets gehuurd en plotseling stond die bij ons, in de Schalk Burgerstraat, voor de deur. Ik keek toevallig net uit het raam en zag dat er mannen van de Sicherheits Dienst bij de bakfiets stonden. Ik heb de boel bij mekaar gegild en schreeuwde dat er iets vreselijks stond te gebeuren. Zo ben ik ook de trap afgerend naar mijn buurvrouw, mijn latere schoonmoeder.
Veilig?
Achteraf bleek dat er ook allemaal sieraden en nog van alles in dat vloerkleed waren gerold. Zij moeten gedacht hebben dat het bij een gemengd getrouwd stel wel veilig was. Bedenk wel dat mensen toen wanhopig waren, dat ze andere mensen in gevaar brachten, beseften ze niet. Mijn vader, die bij de Amstelbrouwerij werkte, was al van zijn werk opgehaald. Ik was naar zijn werk gerend, maar daar was hij dus niet meer. Daarna ben ik naar de Euterpestraat (+hoofdkwartier van de SD) gerend. In ben zelfs binnen geweest, in een grote gang. Het leek eigenlijk wel een wachtkamer, heel wonderlijk allemaal. Daar zat ook die schoonfamilie, helemaal verslagen. Ik heb mijn vader nog gezien, hij werd van de ene naar de andere kamer gebracht. Thuis heb ik mijn verhaal gedaan, kort daarop kwam mijn vader gelukkig weer thuis. Hij was op een vreselijke manier verhoord. Lees ook: Mijn vader opgepakt en Angst.