Nadat mijn oom Joseph was opgepakt en naar Westerbork was gestuurd, wilde mijn tante onderduiken. Dat bleek een mislukking te zijn (lees: Oom Joseph wordt opgepakt). Na ‘die korte onderduik’ is mijn tante Lena bij ons komen wonen. Nu wilde het punt, dat waar mijn tante ging, ik ging. Dat resulteerde in situaties die niet altijd verstandig waren. Zo was er een keer dat er op een avond werd aangebeld. Het bleek controle te zijn door de Duitsers. Er kwam een Duitser naar boven, mijn tante vloog de waranda op en ik er achteraan. Nou was dat balkonnetje maar heel krap. We stonden echt tegen de muur geplakt, mijn tante op het ene stukje en ik op het andere. Het aantal kinderen dat lag te slapen werd geteld en gecontroleerd aan de hand van papieren die ze bij zich hadden. Gelukkig keken ze niet naar de leeftijd, alleen maar naar het aantal kinderen. Er lagen twee kinderen te slapen, mijn zusje en mijn neefje Adie. Het aantal klopte en dus gingen ze weer weg. Mijn vader zei daarna tegen mij: “Jij verraadt ons nog eens allemaal”.
Bij een andere controle was ik onder de divan gekropen. Mijn vader heeft mij toen na afloop een pak slaag gegeven. Ik denk dat hij het in zijn zenuwen heeft gedaan.
Wij hebben ook een keer controle gehad omdat één van onze ramen niet goed was verduisterd. Je moest in die tijd ontzettend goed oppassen. Dergelijke controles gebeurden in die tijd regelmatig. Dat leverde de nodige spanningen op in ons gezin.
Lees ook het verhaal: Geen afscheid