Mijn moeder is in 1931 getrouwd met een niet-joodse jongen. In die tijd, in die kringen niet zo heel gebruikelijk. De familie van mijn moeder was zeer op mijn vader gesteld. Samen kregen zij drie kinderen en ik ben de oudste.
Tot aan het eind van 1941 heb ik eigenlijk nooit beseft dat ik een Joods meisje was. We kwamen veel bij de familie van mijn moeder over de vloer, maar aan religie werd niet gedaan. Ze waren niet-religieus, wel werden de tradities in ere gehouden. Het besef van Joodse afkomst te zijn, drong pas echt tot mij door toen ‘de sterren’ werden verkocht. Zie voor meer informatie: Wie is er volgens de Joodse wetten als Joods werd gezien. Het dragen van de Gele Davidster werd op 29 april 1942 voor alle joden, vanaf zesjarige leeftijd, verplicht gesteld. Ze werden voor 4 cent per stuk verkocht. Ik heb echt mijn uiterste best gedaan om de puntjes mooi op de kleding te krijgen.
Vanaf dat moment werd de situatie voor de Joodse bevolking steeds moeilijker. En het was al zo moeilijk omdat er al heel veel beperkende maatregelen waren genomen. Zo moesten in september 1941 alle Joodse kinderen naar aparte scholen. Overal waren al borden verschenen met het opschrift ‘Voor Joden verboden’. Openbare zwembaden waren ook verboden voor joodse burgers. Maar de ster zorgde voor een absolute stigmatisering en uitsluiting van joden.