Nadat ik besloten me nooit aan te melden, voor welk kamp dan ook, besloot ik te gaan onderduiken. Via Riek (Ria) van Hoof heb ik eerste twee adressen in de Smitstraat gehad. Lees ook: Onderduiken bij Aad en Onderduiken bij Ria.
Daarna heb ik ongeveer een half jaar in de Noorderstraat gezeten (waar ook een drukkerij van De Waarheid zat). Vanuit de Noorderstraat ben ik begin 1943 naar het Afrikanerplein gekomen. Via Riek van Hoof had ik een van de dochters van Thijs Tomstra (niet de echte naam!) leren kennen. Zij was inmiddels mijn vriendinnetje geworden. Thijs was in zijn jeugd wel communist geweest, maar daarna overgestapt naar het Trotskisme.
Bij hen kwam regelmatig een Duitse communist over de vloer. Dat was Rolf, zijn achternaam weet ik niet meer. Die vertelde mij dat ik een Persoonsbewijs moest hebben en een Ausweis
Rolf heeft dat toen voor mij geregeld, vermoedelijk via de Persoonsbewijzen Centrale of Vervalsingcentrale bij Daan Barug. Daan Barug woonde overigens in Amsterdam Oost, in de Watergraafsmeer. Na de oorlog is hij, Daan, bij Het Parool komen te werken ( deed hij overigens ook al voor de illegale Parool).
De papieren die Rolf regelde waren echte originele papieren. De blanco papieren waren gestolen en daarna alleen ingevuld, gestempeld en van mijn vingerafdruk voorzien.
Daan Barug had contacten met Eli (Elias) van Tijn en was met hem en met zijn gezin bevriend geraakt. Eli zat net als Daan in het verzet. Eli was voor de oorlog lid van de Onafhankelijke Socialistische Partij.
Eli was ook hoofd van de Kraaipanschool. De zolderverdieping van de school maakte hij geschikt voor onderduikers. Met het stencilapparaat van school werden illegale kranten gedrukt. Hij verzorgde distributiebonnen, vervalste stamkaarten en valse persoonsbewijzen (bron: Joodsamsterdam.