De moeder van Betty werd in 1916 geboren in de Czaar Peterstraat. Zo’n keurige Amsterdamse winkelstraat met rijzige huizen. Er bestond een grote binding tussen dit deel van Kattenburg en de Indische buurt. Misschien kwam dat door de gereformeerde Funenkerk die precies tussen beide buurten in lag. De ‘doleantiekerk’ werd met giften gebouwd na de afscheiding in 1886 van de Nederlands Hervormde Kerk en op 28 juli 1889 in gebruik genomen. Betty heeft nog een boekje van het 75-jarig bestaan van de kerk dat ‘Herinneringen aan en rondom de Funenkerk’ heeft. Architect Tjeerd Kuipers bouwde dit kerkgebouw met indrukwekkende bogengalerijen. Het leek wel een kathedraal. Maar bij molen ‘De Gooijer’ herinnert alleen de Funenkade aan de plaats waar de kerk ongeveer stond. Het gebouw is in 1973 gesloopt. Gereformeerden uit de Indische buurt vormden de kerkgemeenschap. Ook Betty ging als kind naar deze kerk en zij trouwde er. De kerk had zelfs een bijgebouw in de Tweede Atjehstraat. Zij vertelt verder over de buurt van haar jeugd: "De Indische Buurt heb ik ervaren als een echt buurtje. Je wist alles van elkaar. Er werd op je gelet. Bij een trouwerij of een begrafenis of wat dan ook, de hele straat was erbij betrokken. Waagde je het bijvoorbeeld op 4 mei bij de dodenherdenking door te lopen, dan werd je achteraf zowat gekielhaald. De dodenherdenking op het Ceramplein was een echt buurtgebeuren." Dat is begrijpelijk want in het herinneringsboekje van de Funenkerk staat over de jodenrazzia’s rond het Muiderpoortstation in 1942: "We ervoeren van heel dichtbij de orgie van het goddeloos régime.