Op 10 juli 1926 is het dan zover, de speeltuin wordt officieel geopend en overgedragen aan het bestuur door de wethouder van Onderwijs Ed. (Eduard maar oorspronkelijk Eliazer) Polak.
De opening in de Pers
Voor de nieuwe speeltuin is in de pers toch nog wel wat aandacht. Maar je kan je wel afvragen in hoeverre bepaalde journalisten wel goed opgelet hebben waar de speeltuin zich bevond. Zo schrijft Het Volk van 15 juli 1926 dat de steeltuin zich “aan het einde van de Tugelaweg bevindt”. Het Algemeen Handelsblad van 18 juli 1926 is wat ruimer in haar beschrijving: “Gistermiddag heeft de wethouder voor het onderwijs, de heer Ed. Polak, den 26sten speeltuin in onze stad namens het Gemeentebestuur in beheer gegeven aan de Vereeniging van buurtbewoners „Het Oosten". Het terrein is gelegen aan de Joubertstraat, heeft een oppervlakte van3500 m² en heeft aan inrichting gekost bijna ƒ 30.000. In zijn rede wees de wethouder op den snellen groei van het Amsterdamsche speeltuinwerk in de laatste jaren, een groei die even opmerkelijk als verheugend genoemd kan werden. Verheugend vooral, omdat de speeltuinbeweging komt uit de massa, uit die kringen van onze bevolking welke bij het bestaan van speeltuinen in de eerste plaats belang hebben. De overheid steunt gaarne dit werk, doch spr. wijst er vooral op, dat niet alles van dezen kant moet komen. Juist het zelfdoen is de groote kracht van de beweging. Het gemeentebestuur streeft ernstig naar de inrichting van een voldoend aantal speelplaatsen; 26 zijn er thans, doch deskundigen beweren, dat er ten minste nog een gelijk aantal bij moet komen, wil men kunnen zeggen: de hoofdstad heeft voldoende veilige speelruimte voor de jeugd.”
De voorzitter van de Bond van Amsterdamsche Speeltuinverenigngen, de heer A.F.K. Parée benadrukte nog maar eens het belang van deze ‘tuinen’. Nu de schoolvakantie is aangebroken, het is juli, staan meer dan 100.000 kinderen ‘op straat’. De speeltuinen zijn ‘dé opvangplek en bieden ruimte aan vrije beweging in de open lucht’.
Vervolgens sprak nog de Commissaris van politie, de heer Ploos van Amstel: “die den nadruk legde op het, preventieve werk, door de speeltuinverenigingen verricht. Sinds de laatste jaren is de baldadigheid onder de jeugd zeer afgenomen en hij meent dit voor een groot deel te mogen toeschrijven aan de bemoeiingen van deze verenigingen. Hij hoop van harte, dat het gemeentebestuur er spoedig toe moge besluiten ook in Tuindorp - Watergraafsmeer een speeltuin in te richten. De openingsplechtigheid werd besloten met enige goed uitgevoerde gymnastiekoefeningen. Onder de aanwezigen merkten, wij verscheidene raadsleden en afgevaardigden van jeugd verenigingen op. Van de zijde der buurtbewoners was de belangstelling bijzonder groot.” Bron: Het Volk: dagblad voor de arbeiderspartij van 20-07-1926
Of naar: verhaal 6