Na de oorlog keert de speeltuinvereniging niet meer terug onder de oude naam. Er komt wel een nieuwe vereniging, de naam is volgens het Stadsarchief: Paul Kruger, een naam die ik niet elders heb kunnen terugvinden. Ik denk dat het een foutje is, de naam die wel is terug te vinden is Transvaalkwartier. Hoe dan ook, de buurt rondom de speeltuin ziet er onttakeld uit. Vele woningen zijn in de laatste winter van de oorlog ‘ontdaan van al wat maar brandbaar was’. In feite gaat het hier natuurlijk om houtroof, hoe begrijpelijk ook gezien het grote tekort aan brandstof. Niet alleen de huizen werden daarvoor ‘bezocht’, ook de speeltuin zelf werd afgegraven. In het vorige verhaal kwam dit aan bod (foto + reactie Ruurd Kooiman).
Van de Joodse kinderen die van de speeltuin gebruik hebben gemaakt, zijn er velen die de oorlog niet hebben overleefd. De mensen die ik heb mogen interviewen zijn een uitzondering. Iemand die ik nog niet had genoemd in de vorige verhalen is Hetty Verolme – Werkendam. Een aantal jaren geleden heeft zij contact met mij opgenomen om er achter te komen wat er toch met die politieman was gebeurd. Die politieman die regelmatig bij hun thuis kwam voor en aan het begin van de oorlog. Mogelijk heeft hij geprobeerd het gezin Werkendam voor deportatie te behoeden. Hoe een en ander is verlopen heeft zij beschreven in het boek: “De kleine moeder van Bergen – Belsen”.
Ik ken haar via een omweg, maar zij schreef het volgende op deze website: Wat een mooie foto van de speeltuin maar ik had die foto niet nodig om het te kunnen herinneren want in die speeltuin heb ik geoefend met de zware ijzeren ringen, die houten brug die evenwichtsbalk want ik wilde een goede indruk maken met de competities van Bato de gymnastiek vereniging die elke Zaterdag middag bijeen kwam in de (Joodse) school in de President Brandt Straat. Het was 1941 en ik won de eerste prijs van het eerste gelid. Dus al die oefeningen hadden het beste uit mij gehaald. Ook herinner ik mij die klimkooi waar mijn broertjes en vele andere jongens en meisjes als aapjes doorheen klommen. Nooit was er een ongelukje nooit was er een gevallen. Ik ben zeer blij dat het weer een plek is voor de kinderen.
Of naar: verhaal 16