In 1913 verschijnt er een nieuw boekje van Cornelia de Jong met als titel: Lezen en Correct Schrijven. Veel wordt het niet besproken. Eigenlijk alleen in Belang en Recht een lange bespreking. Een bespreking die voor 100% positief is, er zitten hier en daar wat delen in die hij niet ‘pedagogisch verantwoord’ vindt (J. H. van Ketel).
Enkele fragmenten:
“Zoo heeft mij b.v. eenigszins onaangenaam aangedaan de blufferige taal van den vroolijken, hartelijken, in het rekenen zeer bedreven Frans, (zie bl. 44) waar deze beweert : “Eigenlijk zijn er geen moeilijke sommen; als je mij eerlijk de waarheid vraagt, dan zijn er alleen maar slaperige en dwingerige kinderen, (dat dwingerige is er wel wat met de haren bij gesleurd!) die dadelijk schreeuwen, dat een som moeilijk is. Hier komen waarheid en paedagogie leelijk in het gedrang, Mejuffrouw de Jong!” .
Maar: “Het boekje sluit met een ABC, dat hoewel het met het traditioneele Aapje begint, overigens een nieuwerwetsch A B C is, dat bij de jeugd wel zal inslaan. Het werkje is geïllustreerd door Daan Hoeksema. Niet nodig dus te zeggen, dat de plaatjes, waarbij vier grote, bont op zwart zijn, het jonge volkje zullen aantrekken, ondanks de gevangen poes in de vogelkooi op het derde plaatje, die minder goed geslaagd is. Summa summarum, wensch ik “Lezen en Correct Schrijven” in de onderwijswereld succes toe!” Bron: Belang en Recht van 01-01-1914.
(aanvulling Frits: Mej. J.H. van Ketel was hoofd van de Prinsenschool in Amsterdam)
Cornelia over het domme kind!
In mei 1913 is Cornelia aanwezig op het ‘Congres voor Kinderstudie’. Het thema is ‘het normale kind’. Tijdens het congres komt ‘de domme leerling’ uitgebreid aan bod. Het is bijna pijnlijk om te lezen, voor de liefhebbers: dit artikel! Cornelia heeft ook haar bedenkingen: “Juffr. De Jong, hoofd van de Sarphatischool, merkte op, dat maar weinig kinderen dom geboren worden; zij worden door het gebrekkig opvoedingsstelsel dom gemaakt.” Bron: Het Nieuws van den Dag, kleine courant van 15-05-1913.
Kleinigheden
Onder deze titel schrijft Cornelia de Jong in het tijdschrift ‘Belang en Recht’ over een aantal schoolzaken. Onder de aanhef: “Er moet eindeloos herhaald worden en toch moet elke herhaling den schijn hebben van het nieuwe”, gaat het over het belang van het herhalen van de lesstof, maar dan wel op een aantrekkelijke manier (februari 1914). In het meinummer van 1915 heeft zij het over ‘de eerste breiles’, het belang van het correct vasthouden van de breinaalden bijvoorbeeld.