Over de Werk- en Leerscholen in de Sarphatischool

Verteller: Frits Slicht Frits Slicht
Auteur: Frits Slicht Frits Slicht
Sarphatistraat
Wat zal mijn zoon, wat zal mijne dochter worden? Jaar van uitgave: 1892 – Aantal pagina's: 36 Via Boeken Google

Wat zal mijn zoon, wat zal mijne dochter worden? Jaar van uitgave: 1892 – Aantal pagina's: 36 Via Boeken Google

Schoolhygiëne is een belangrijk aandachtspunt geworden. Terwijl meerdere kranten, al dan niet in de vorm van een bespreking van het boek ‘Inleiding tot de studie der schoolhygiëne voor onderwijzers’ bespreken, gaan de gewone schoolzaken gewoon door. In 1895 heeft Cornelia de Jong bijvoorbeeld een plan ontwikkeld om het herhalingsonderwijs te reorganiseren. De opdracht kwam van het Gemeentebestuur (B&W).

Op zich nog niet zo vreemd want deze ‘Werk- en Leerscholen’ waren sinds 1877 gevestigd op de bovenverdieping van de Sarphatischool. Aan de methode van onderwijs was sindsdien niet veel verandert. Maar voor wie was deze opleiding eigenlijk bedoeld? In het zeer lezenswaardige boekje: Wat zal mijn zoon, wat zal mijne dochter worden? Daarover het volgende:

Voor plaatsing komen achtereenvolgens in aanmerking:

a . de voormalige leerlingen der Openbare Scholen der 1e klasse, die in het bezit zijn van een getuigschrift van loffelijk ontslag;

b . de voormalige leerlingen der hoogste klasse dierzelfde scholen, ook al hebben zij niet met een bewijs van loffelijk ontslag de school verlaten , en de voormalige leerlingen van bijzondere scholen voor onvermogenden;

  1. de voormalige leerlingen der Openbare Scholen der 2e klasse, mits zij een getuigschrift van loffelijk ontslag hebben;

d . de voormalige leerlingen der hoogste afdeeling dier scholen, ook al hebben zij niet met een bewijs van loffelijk ontslag de school verlaten , en voormalige leerlingen van bijzondere scholen voor minvermogenden.

Bron: Wat zal mijn zoon, wat zal mijne dochter worden? 1892 – Aantal pagina's: 36 Via Boeken Google.

Dat de situatie niet langer te verantwoorden viel, blijkt uit het volgende: “Op „Stads Naaien" heerste nog de brei- en naai juffrouw" van voorheen. Het herhalingsonderwijs werd gegeven aan ±100 meisjes tegelijk door een oud-hoofdonderwijzer, die, reeds grijs, en half doof en half blind, die lessen bleef geven. Men begrijpt, van welk gehalte de lessen waren, en hoe orde en tucht daar gehandhaafd werden! Doch in de school zelve was die ook niet altijd te vinden. Nog levendig herinner ik mij, hoe bij het „opruimen" op de Werk- en Leerschool het gebouw der school trilde door het smijten met banken en het heen en weer hollen der aanstaande „brave dienstboden." De kalk viel van het plafond op de banken in mijn klasse; het was voor een korte poos onmogelijk de aandacht bij iets anders te bepalen dan bij het rumoer boven onze hoofden.” Dit is een citaat uit een artikel uit 1905 uit Belang en Recht.

Kortom, er moest iets gebeuren. Uiteindelijk valt dan ook de beslissing dat het niet langer verantwoord is dat deze Werk- en Leerschool gevestigd blijft in de Sarphatischool. Het zal de school alleen maar ten goede komen.

Terug naar de inhoudsopgave

 

 

Alle rechten voorbehouden

40 keer bekeken

Geen reacties

Voeg je reactie toe