De Arbeiderszangvereniging Kunst en Strijd (8)

Verteller: Frits Slicht Frits Slicht
Auteur: Frits Slicht Frits Slicht
Kazernestraat 10

Een bijzondere uitvoering die zich leent voor herhaling, maar dan…………..

Tekstboekje behorende bij de uitvoering van ‘Avodath Hakodesh’ op 25 maart 1940 in de Grote Zal van Krasnapolsky. Bron: JHM

Tekstboekje behorende bij de uitvoering van ‘Avodath Hakodesh’ op 25 maart 1940 in de Grote Zal van Krasnapolsky. Bron: JHM

Vlak voor het uitbreken van de oorlog voert Englander met ‘Kunst en Strijd’ het stuk ‘Avodath Hakodesh’ (‘Heilige Dienst’) uit, een gecompliceerd werk van de componist Ernest Bloch (1880-1959) voor koor, bariton solist en orkest. Het is een ‘rapsodie’ op de Joodse liturgie, vol met joodse muzikale thema’s, gezongen in het hebreeuws. Er bestonden twee versies van: een voor mannenkoor, zonder orkest, voor in de orthodoxe dienst, en een voor gemengd koor en orgel of orkest, voor in de concertzaal. Het Volk, dagblad voor de arbeiderspartij, noemt de uitvoering vooraf ‘Een belangrijke kunstdaad van ‘Kunst en Strijd’’: ‘het is te hopen dat dit ondernemende koor voor zijn moedig initiatief beloond wordt met een stampvolle zaal.’

Concert “Heilige Dienst” door Kunst en Strijd: De radiogids; officieel orgaan van de Vereeniging van Arbeiders-Radio-Amateurs (VARA), jrg 14, 1940, no 21, 23-03-1940

Concert “Heilige Dienst” door Kunst en Strijd: De radiogids; officieel orgaan van de Vereeniging van Arbeiders-Radio-Amateurs (VARA), jrg 14, 1940, no 21, 23-03-1940

Omdat het stuk door niet-joodse mannen en vrouwen wordt gezongen moet Englander toestemming vragen van de Opperrabbijn. Die krijgt hij, maar hij moet nog wel op zoek naar nieuwe zangers, veel van zijn mannelijke koorleden zijn gemobiliseerd. De respons is overweldigend. De katholieke krant De Tijd schreef in een recensie over de ‘wondere vocale en orkestrale klankstemmen van vreugde en smart, van vroomheid en innerlijke overgave’ van het stuk, en de grote verdienste van de dirigent: ‘Englander’s ontplooiing dezer klankvisioenen maakte dan ook een overschoonen indruk.’ Het publiek uitte zich in ‘hartelijkste toejuichingen’, ‘welke ten slotte, bij het offreren van een bloemenhulde aan S.H. Englander, oplaaiden tot een geweldige ovatie.’

In de omroepgids van de VARA staat een mooie uitleg over dit toch wel bijzonder stuk van Ernest Bloch. Lees hierover het volgende artikel in De Radiogids van 23 maart 1940.

Een andere recensie en evenzeer lovend komt uit Het Weekblad voor Isr. Huisgezinnen (29-03-1940): “Dat Dirigent S. H. Englander er geen bezwaar in heeft gezien, om met het grootendeels uit niet Joden samengestelde koor van „Kunst en Strijd” het oratorium „Awodath Hakodesch” van Ernest Bloch uit te voeren, dat begrepen wij Maandagmorgen j.l., nadat wij de generale repetitie ten deele hadden kunnen volgen, wel zeer goed. Bij een zóó intense toewijding, als hier door zangeressen, zangers en musici gedemonstreerd werd, kan geen enkel vooropgezel bezwaar stand houden. Wel moet het zingen van dit koorwerk volgens den Hebreeuwschen tekst voor de koristen een geheel aparte moeilijkheid opgeleverd hebben, die echter glasrijk overwonnen werd. Dirigent Englander zal uit deze met groot succes bekroonde uitvoering wel een zeer bijzondere voldoening hebben geput. Mede door de uitzending via radio-Hllversum heeft hij een groot aantal menschen een verheffend beeld geschonken van de wijding en de innige devotie, die het wezen van den joodschen godsdienst kenmerkt en daaraan onafscheidelijk verbonden is. Het is een culturele geste van beteekenis, die weliswaar lijnrecht staat tegenover de a-cultureele feilen van den dag, doch juist daarom van nóg grooter beteekenis mag worden geacht!”

De hoop op een herhaling is tevergeefs. Een paar maanden na het allerlaatste concert van Kunst en Strijd in maart 1941 wordt de verordening van kracht die zegt dat Joden niet langer lid mogen zijn van een niet-joodse vereniging. Englanders bijzonder goede relatie met de socialistische vrienden van Kunst en Strijd mag niet baten. Pogingen van het bestuur om Sam en zijn gezin onder te brengen in Barneveld in een interneringskamp voor ‘bevoorrechte Joden’ lopen op niets uit. Ook een poging om, in Westerbork, op de lijst voor zogenaamde Palestina-certificaten te komen, om uitstel van deportatie naar Polen te voorkomen, blijkt vergeefs. Op 11 juni 1943 worden hele gezin Englander in Sobibor vermoord.

Terug naar de inhoudsopgave

Alle rechten voorbehouden

71 keer bekeken

Geen reacties

Voeg je reactie toe