Het 12 ½ jarig jubileumfeest zou plaatsvinden in het gebouw van de Handwerkers Vriendenkring in september van het jaar 1933. Voor de krant Het Volk aanleiding voor een kort artikel: “Kunst en Strijd, onze zangvereeniging benoorden het IJ, viert hedenavond in het gebouw “Handwerkers Vriendenkring" haar 12½ - jarig bestaan. Dat aan het koor, na de snelle uitbreiding van dit stadsdeel, behoefte bestond, bleek al heel spoedig bij de belangrijke medewerking, welke zij regelmatig heeft verleend bij de verkiezingen en andere gebeurtenissen. Ook het optreden op belangrijke vergaderingen en feesten van de partijfederatie, diverse vakbonden en speeltuinvereenigingen en niet het minst bij haar eigen georganiseerde concerten, is in deze 12½ - jarige periode altijd een succes geweest.
Een hoogtepunt was wel de schitterende uitvoering van de opera “Orpheus", van Gluck, met medewerking van het VARA-orkest, op 24 februari van dit jaar. Dat deze successen zijn te danken aan de trouwe medewerking van de leden, waarvan verscheidene vanaf de oprichting lid zijn, staat vast. Doch nog meer heeft tot deze successen en de ontwikkeling van het koor bijgedragen de bekwame leiding van den dirigent, den heer S. H. Englander, die vanaf de oprichting de directie in handen heeft. Een woord van dank en hulde aan den heer Englander is bij deze gelegenheid zeer zeker gerechtvaardigd. Wij hopen dat “Kunst en Strijd" zal blijven vooruitgaan, allereerst om den strijd der arbeidersbeweging en hare cultureele ontwikkeling te dienen. Wij wenschen haar a.s. Zaterdag een goede receptie en hopen dat de geheele Amsterdamsche arbeidersbeweging daar van haar aanhankelijkheid Jegens “Kunst en Strijd" zal doen blijken.” (Bron: Het Volk van 16-09-1933)
Op de feestavond spreekt o.a. de voorzitter Assenbroek. Hij bedankt vooral ook Samuel Englander die behalve zijn twaalf en een halfjarig feest als artistiek en streng leider van het koor, tevens de koperen bruiloft van zijn huwelijk vierde. Als bewijs van dank en aanhankelijkheid van de leden bood hij hem een gouden vulpenhouder aan.
Maar ook op deze avond klinkt iets door van wat er aan het gebeuren is in Duitsland. De vraag wordt gesteld of het wel tijd is om feest te vieren in een tijd dat in het land van Hitler slechts sprake is van onderdrukking. Maar, zo zegt de heer Pothuis, ondanks alle narigheid moeten wij in een opgewekte stemming zijn en blijven. Hij gelooft in het ideaal, het ideaal van de overwinning van de sociaaldemocratie.
Waarschijnlijk gaat het om Samuel Pothuis. Hij was diamantbewerker en bestuurder van de Amsterdamse Bestuurdersbond. De bestuurdersbond is in deze tijd een overkoepelend orgaan van meerdere socialistische organisaties. Indien het inderdaad gaat om Samuel Pothuis, is het zijn vrouw die de geschiedenisboeken haalt. Zij is namelijk Carry Pothuis-Smit, de eerste vrouw in zowel de Amsterdamse Gemeenteraad als in de Eerste Kamer. Op deze avond spreekt Pothuis namens de Plaatselijk Raad van partij en vakbeweging.
Op deze feestavond is er ook een delegatie namens het ‘Joodsche Koor’. Of de heer Staal die de gelukwensen overbracht, ook namens de Nederlands Israëlitische Hoofdsynagoge (NIHS). heeft gesproken is niet duidelijk, maar niet waarschijnlijk. Niet waarschijnlijk, omdat de N.I.H.S. toch al niet gelukkig was met het optreden van ‘haar Koor’ buiten de synagogale omgeving.