De โArbeiderszangvereniging Kunst en Strijdโ is in 1921 opgericht en bestaat uit ongeveer honderd zangers, mannen en vrouwen. Englander wordt in 1922 tot dirigent benoemd en zal dat blijven tot maart 1941. Een paar weken na zijn benoeming treedt het koor voor het eerst op. Mogelijk gaat het om een optreden in het gebouw voor den Werkenden Stad op 23 april 1922. Het begin is nog wankel, maar geen maand later, bij de 1-meiviering, wordt de koorzang al zeer gewaardeerd. Het Volk schrijft: โDit tweede Amsterdamsche Roode koor dat uit Over-IJers bestaat, mag er zijn en de daverende ovatie die de zangers en zangeressen ten deel viel, was ten volle verdiendโ. Deze โOver-IJersโ zijn in hoofdzaak arbeiders werkzaam in de scheepsbouw en of de textielfabriek Hollandia Kattenburg aan de Valkenweg. Gezicht op het gebouw van de Maatschappij voor de Werkende Stand, Kloveniersburgwal 87-89. Links: Kloveniersburgwal 85, rechts nummer 91 (gedeeltelijk). Foto 256 uit het album van W.J.R. Dreesmann, SAA. Datering โ 1883.
Op 15 april 1923 treedt Kunst en Strijd op in het โGebouw voor den Werkenden Standโ (op de Kloveniersburgwal). In de brochure die van dit concert bewaard is gebleven, staan behalve het programma ook de โTekst der Liederenโ afgedrukt. Programma en afgedrukte teksten lijken niet overheen te komen. Zo is ook de tekst van het liefdeslied โDoedelzakโ afgedrukt. Dit lied is niet in het programma terug te vinden. Het lijkt niet belangrijk, maar het is toch interessant om hier te vermelden. In 1926 bewerkt Samuel namelijk een Bretons chanson met de titel: โLe Biniouโ (= doedelzak)!ย
Programma (voorblad) van het concert door Kunst en Strijd op zondag 15 april 1923. Bron: Joods Historisch Museum.
Er is in Amsterdam nog een socialistisch koor, โDe Stem des Volksโ, en wanneer dat koor in 1925 goede zangers uit eigen socialistische kring zoekt wordt duidelijk gesteld dat zij die benoorden het IJ woonden geen lid mogen worden - misschien wilde De Stem des Volks het nieuwe koor uit Noord niet โleegplukkenโ.
Kunst en Strijd treedt veel op bij politieke bijeenkomsten van de SDAP en bijeenkomsten van vakbonden. Onder Englander wordt het repertoire geleidelijk gevarieerder en minder socialistisch. Er komen ook liefdesliederen op het programma en langzamerhand ook klassiek repertoire. Als Kunst en Strijd in 1926 vijf jaar bestaat wordt een feestavond in Theater Bellevue gehouden. De recensent van Het Volk, Paul Sanders, is positief over de ontwikkeling van het koor, maar er moet nog wel hier en daar worden โgeschaafdโ want de mannenstemmen waren nu en dan wat ruw. Hij vraagt zich wel af of de koorleden van boven โt IJ soms โpolyglottischโ zijn: er worden Franse, Latijnse en zelfs Russische teksten gezongen. Sanders vindt โHet Wolgaliedโ prachtig, maar of het correct wordt uitgevoerd qua uitspraak is hem niet bekend.