Op donderdag 3 juni 1926 bezoekt Koningin Wilhelmina de Joodsche Invalide. Samuel en een kwartet van het Koor van de Grote Synagoge zijn uitgenodigd voor dit bezoek en geven een speciaal concert. Zij mogen o.a het Booroeg Habboo (huidige spelling: Baroeg Habbo) aanheffen. Het Baroeg Habbo is een begroetingszang vooral gezongen bij het binnentreden van een bijzondere persoon of gast. Het Centraal Blad voor Israëlieten in Nederland wijdt er een lang artikel aan, maar voor Samuel is er slechts de bovengenoemde vermelding.
Op 14 juli 1927 komt de Koningin - Moeder Emma op bezoek bij De Joodsche Invalide. Nadat het voorstellen bij de hoofdingang had plaats gevonden, “….begaf men zich het eerst naar de Synagoge, waar Oppervoorzanger I. E. Maroko eenige Psalmen zong, terwijl een koor onder leiding van den heer S. H. Englander begeleidde. Schoon klonk het Gebed voor het Koninklijke Huis, getoonzet naar het „Wilhelmus van Nassaue”, waarbij Dr. M. de Hond de Pesicho had. H.M. volgde met merkbare belangstelling den zang. Het was een korte maar indrukwekkende plechtigheid.” (Bron: Centraal Blad van 15-07-1927)
Twee jaar later is er opnieuw een bezoek aan De Joodsche Invalide.
Op 12 juni 1929 loopt Amsterdam uit voor de Koninklijke Familie. Ook de koninklijk gezinde Joodse gemeenschap laat zich van haar beste kant zien. Koningin Wilhelmina en haar gevolg worden ontvangen bij de Joodsche Invalide. Aanwezig waren o.a. de Koningin-moeder Emma, de Prins gemaal en prinses Juliana. Voor de invaliden was een speciaal podium gemaakt, voor zover ze aanwezig konden zijn tenminste. Eén van de invaliden was de oude heer Mozes Elkan (101 jaar oud). Bij de ingang van het toekomstige nieuwe gebouw van de Joodse Invalide was het koor van de Grote Synagoge opgesteld. Samen met het Knapen – Fanfarecorps “Centraal” en de kinderen van de Joodse M.U.L.O. werden er onder leiding ‘van den heer S.H. Englander’ bekende liederen gespeeld en gezongen.