Frits Slicht
In De Telegraaf van 14 november 1935 staat een kort bericht, wel met foto, over een heel ander soort opname. De filmcamera is, zoals de krant zegt, doorgedrongen tot in de Synagoge. Er worden filmopnamen gemaakt van de repetitie van het koor van de Grote Synagoge. Binnenkort bestaat de Hoogduitse Joodse Gemeente namelijk 300 jaar. Voor deze opname zingt het koor, bestaande uit tien koristen, het ‘Houdoe Ladounoi’ (ook wel: Hodoe L'adonai, Psalm 118) van de componist Isaac Heymann (de voormalige obercantor van Amsterdam, overleden in 1906).
Deze opnamen, zo meldt het NIW een aantal dagen later, zijn bedoeld voor het Polygoon Journaal. De krant spreekt over: Geluidsopname in de Synagoge’. Zij hebben een journalist een kijkje laten nemen. Hij vermeldt dat de oppervoorzanger Maroko de soli zong. De Synagoge is al in feesttooi gestoken en sfeervol verlicht met 25.000 kaarsen! Hij eindigt met:
“De opname, welke onder leiding van den populairen Polygoonman Jo Levi geschiedde, werd vervaardigd en waarbij o.a. Max Tak tegenwoordig was, zal zeer zeker de belangstelling van het bioscoopminnend publiek trekken en zij, die niet geregeld in de cinema's komen, kunnen wij ditmaal zeker een gang daarheen aanbevelen.” (bron: het NIW van 15-11-1935)
Dat er een compositie van Heymann wordt gezongen is niet heel bijzonder. Maar als het Koor van de Grote Synagoge enige tijd later, bij het 3e eeuwfeest van de Hoogduitse Gemeente geen compositie van Heymann zingt, klimt zijn dochter Sophie in de pen. Sophie Engel-Heymann, de bekende zangeres schrift in een ingezonden brie dat er geen werk van haar zo geëerde vader is opgenomen. Mogelijk heeft zij het Polygoon Journaal gemist. Het kan natuurlijk zijn dat De Telegraaf (van 14 november 1935) het niet goed heeft begrepen, maar daar werd toch echt melding gemaakt van een werk van haar vader. Maar dat was in de repetitie. De beelden van de genoemde opname zijn overigens bewaard gebleven (Beeld en Geluid, Hilversum).
Overigens was er nog een ontevreden briefschrijver. In dit geval gaat het om een zekere Sal. W. Vorsänger. Ook hij betreurt het dat er geen compositie van zijn vader is gezongen. Zijn vader is Jacq. Vorsänger (officieel: Isaac) koorleider en componist van enkele liederen. Zo heeft hij voor onder andere het koor van de Grote Synagoge ‘Legoo Doudie’ geschreven.
