De vreugde over deze overwinning is zo groot, dat een drietal zangverenigingen (koren) die onder leiding staan van Sam besluiten een serenade te gaan brengen. In werkelijkheid gaat het om twee koren (Animato en Kunst en Strijd) en een fanfarekorps (Oosterpark). De twee koren en het orkest verzamelden zich op het oude Parkschouwburg terrein (Plantage Parklaan) om vervolgens in optocht naar de Kazernestraat 10 te marcheren. Samuel en zijn gezin zijn daar in 1926 naar toe verhuisd (vanuit Rapenburg). In de Kazernestraat had zich een grote menigte verzameld. De politie had het druk met het op afstand houden van het publiek en hield een flinke ruimte voor het woonhuis vrij. Voor het woonhuis werd een ware serenade opgevoerd. Beide koren en fanfarekorps wisselden elkaar af. Samuel bezag alles vanaf zijn balkon en sprak de menigte toe. Hij liet ook zijn koorleden in de hulde delen.
Deze blijken van waardering zullen hem en zijn koor deugd hebben gedaan. Maar er is meer. In hetzelfde zeer lange artikel (Brief uit Londen) wordt uitgebreid stilgestaan bij alle loftuitingen die het koor en haar dirigent ten deel vallen. Deze brief uit Londen blijkt te zijn geschreven door Dr. Vos. Dit blijkt uit een later artikel in het NIW van 29 juni 1928. Dr. Vos is niemand minder dan de wethouder van Amsterdam. Hij was o.a. wethouder (van openbare gezondheid, maatschappelijke steun en armwezen) van Amsterdam, van 17 juni 1921 tot 13 oktober 1928. Zo worden de aanwezige voorzangers in Londen aangehaald die unaniem van oordeel zijn dat een chazan die met dit koor in de dienst voorgaat een groot geluk heeft. Ook in het buitenland, niet alleen in Engeland, worden het koor en de dirigent geroemd. Er zijn zeer lovende recensies in de voornaamste joodse bladen geplaatst, zowel in Engeland als in Amerika. Besprekingen over een tournee door Engeland zijn gaande volgens de schrijver van het artikel. Mogelijk kan het koor optreden met de wereldberoemde gazzan Josef Rosenblatt. Deze Josef Rosenblatt wordt wel beschouwd als de grootste cantor van zijn tijd.
Deze aandacht voor ‘het beste synagogale koor van Europa’ leidt er toe dat een platenmaatschappij interesse krijgt. Het in de nabijheid van Londen gevestigde His Masters Voice is geïnteresseerd. Het duurt nog tot oktober 1929 voor de plaatopnamen ook werkelijk plaatsvinden.
In het NIW van 29 juni 1928 wordt nog een keer uitgebreid stilgestaan bij het succes in Londen. Dit in verband met een meer officiële huldiging van het koor en haar dirigent. De huldiging is in Huize Stranders (Stadhouderskade 144) tot 1921 een luxe joods restaurant annex feestsalon. Onder de aanwezigen bevinden zich o.a. de rabbijn Coppenhagen en andere functionarissen van de NIHS. Naast vele andere genodigden waren de heren I. E. Maroko, W. Reisel en J. Goldstein (uit Wilna, die j.l. sjabbos proefdienst had gedaan in de Synagoge Jacob Obrechtplein), dr. I. H. J. Vos (wethouder van Amsterdam) en Frederik Roeske (de leermeester Sam) aanwezig.
Er wordt uitgebreid stilgestaan bij de voorbereidingen en het proces daarna. Dank wordt uitgesproken aan het NIW omdat zij de reis van ‘ons koor’ telkens opnieuw onder de aandacht hebben gebracht en om steun hebben gevraagd. Vooral wethouder Vos wordt uitgebreid bedankt. Hij is het die zijn krachtige schouders onder de propaganda heeft gezet en niet rustte, alvorens de benodigde gelden bijeen waren.