Het jubileumconcert van de 27e november 1926 is kort beschreven in het daaropvolgende nummer van het NIW. Het is een beknopte samenvatting van wie de sprekers waren (o.a. wethouder Dr. I.H.J. Vos van Amsterdam), welke koren er opgetreden hebben, wie de solisten waren en dat het “Symfonieorkest Schubert” speelde. Het is een mengeling van koren die onder leiding staan van Englander dan wel een koor dat een bewerking zingt van Englander. De wereldse liederen en instrumentale stukken door het symfonieorkest kunnen de schrijver niet echt bekoren. Hij is vooral ingenomen met de zang van het Joodsch Kerkkoor Legouwous Oelisiferes uit Bussum (!). De schrijver (‘T’) noemt nog wel de mooie bloemstukken en het applaus voor deze jonge man en vermoedt dat hij nog wel een goede toekomst tegemoet kan zien. Andere kranten schrijven geen recensie. De reactie van het NIW via de schrijver ‘T’ komt toch wat onderkoeld over. Het lijkt alsof men de kritiek van Samuel ten aanzien van de censuur door het Rabbinaat niet zomaar opzij wil schuiven. Als in februari 1927 nog een ‘souvenir’ aan Samuel en zijn vrouw wordt aangeboden, is men alweer wat positiever. De schrijver refereert kort aan het jubileumconcert en noemt het een groot succes. Het souvenir is trouwens een ‘fraai salon ameublement’. Samuel woont overigens nog steeds op Rapenburg 20 I.
Het Centraal blad voor Israëlieten in Nederland is beperkt in haar commentaar of verslaglegging. Een kort artikeltje in februari 1927, dat is het dan wel.
De maand april van 1927 is voor Samuel een drukke maand. Medio april begon dit met een optreden in het Concertgebouw met Kunst en Strijd. Met hetzelfde koor treedt hij vanzelfsprekend ook op bij de 1 Mei – viering. Beide concerten staan in schril contrast met het religieuze karakter van de plechtige installatie van de nieuwe Rabbijn van de Nederlands Israëlitische Hoofdsynagoge in Amsterdam op donderdag 28 april. Je kan je afvragen hoe de omschakelijking verloopt van het ceremoniële én religieuze karakter van de plechtigheid rond Rabbijn De Lange naar het hectische én politieke gebeuren van de 1 mei viering. En dan hebben we het nog niet eens over het verschil in repertoire. Natuurlijk, het zijn verschillende koren, maar het blijft een overgang. Misschien zegt het wel iets over de grote kwaliteiten van Samuel. Net zo makkelijk leidt hij het ene koor door de Internationale als het andere door het Jigdal. Vervolgens is hij begeleider op de piano van bijvoorbeeld Jo Rabbie (bij de Joodsche Sociëteit in Arnhem) of van de oppervoorzanger Maroko (bij de Rudelsheim stichting).