Film en een Joodse Broederschap

Tegenstellingen? Hoezo!

Verteller: Frits Slicht Frits Slicht
Auteur: Frits Slicht Frits Slicht
Bijdrage van Het Joodsch Kwartet o.l.v. Englander, bron: Telegraaf 05-03-1925 Film Levend begraven (Kadisch).

Bijdrage van Het Joodsch Kwartet o.l.v. Englander, bron: Telegraaf 05-03-1925 Film Levend begraven (Kadisch).

Terwijl de ‘gewone’ concerten doorgaan, is Samuel bezig met een arrangement. Het is wel een heel bijzondere aanleiding. Hij arrangeert de muziek voor bij de film: “De Oude Wet” die opgevoerd gaat worden in het Rembrandt theater. Deze Joodse film wordt geroemd in de pers. Nu zijn het de uitgevers van het NIW die een aantal bijzondere voorstellingen voor haar lezers heeft geregeld. Een viertal zangers zal de film begeleiden. De muzikale begeleiding was in handen van Dick Groeneveld terwijl Samuel Englander de muziek heeft gearrangeerd. De uitvoeringen zijn van 23 tot en met 29 mei 1924 en uitsluitend toegankelijk voor abonnees van het NIW. In de advertentie in het NIW van 23 mei 1924 staat de naam van Samuel Englander niet genoemd. In juli 1926, bij een volgende uitvoering, is dit wel anders. In een advertentie wordt nu wel aangegeven dat Englander ‘een aantal Hebreeuwse liederen heeft afgestaan’. Er is tevens een woord van dank van de directie van het ASTA-theater (Den Haag) aan het adres van Sam Englander. Tijdens de voorstelling zal een aantal Hebreeuwse liederen worden uitgevoerd. Deze worden welwillend ter beschikking gesteld door de dirigent van het Amsterdamsch Mannen-kwartet: Samuel Englander. Het gaat om de volgende liederen: Hallalou Es Adounom, Tsaddik Katomor, Kol Nidrei, Houdoe en Sjir Hamangalous. (Bron: Het Vaderland : staat- en letterkundig nieuwsblad van 29-07-1926)

Het is niet helemaal duidelijk of het kwartet dat wordt genoemd ook echt het koor van Englander is. In het jaar 1925 is hij echter opnieuw bij een film betrokken. Het gaat om de film: “Levend Begraven”. De eigenlijke titel van de film is overigens: “Kadisch”. Het orkest van Max Tak speelt tijdens de voorstelling diverse joodse melodieën terwijl ‘Het Joodsche Kwartet’ onder leiding van S.H. Englander “Hebreeuwse gezangen zal uitvoeren. Ook voor de bekende cabaretier en zanger Jean-Louis Pisuisse is een rol weggelegd, hij houdt een monoloog.

Valkenburgerstraat 195 (ged) met de gevelsteen  "D'Roo. Leew", met twee mannen (jongen) met bezem, ca. april 1927. Bron: Beeldbank SAA.

Valkenburgerstraat 195 (ged) met de gevelsteen "D'Roo. Leew", met twee mannen (jongen) met bezem, ca. april 1927. Bron: Beeldbank SAA.

Sjaangarei Tsion

Het jaar 1925 staat verder in het teken van optredens bij verschillende gelegenheden en op verschillende plekken. Met het koor of het kwartet van de Grote Synagoge zal hij regelmatig bij bijzondere gelegenheden optreden. Zo is het kwartet aanwezig bij het 60-jarig jubileum van “Sjaangarei Tsion”. Dit jubileum van deze broederschap vond plaats in de synagoge in de Valkenburgerstraat 195. Dit is een bijzondere plek in de Valkenburgerstraat. Deze synagoge stond naast de ingang van de Rode Leeuwengang, een van de smallere gangen van deze buurt. Het was ook een gang met zo ongeveer de slechtste woningen uit de buurt. Het is eigenlijk ook een bijzonder moment, niet heel lang daarna zou dit deel worden gesloopt. Daarover wordt in dit artikel verder niet gerept, mogelijk is men niet op de hoogte van de sloop van de buurt. Dat men zich overigens wel bewust is van de staat waarin de straat zich bevindt, blijkt uit wat de heer Stibbe van het bestuur zegt. Hij spreekt van een ‘onooglijke en lelijke straat’ die ook wel Marken genoemd wordt. Opvallend in dit artikel is het feit dat vermeld wordt wat er wordt gezongen. Dat is meestal niet het geval. Vandaar dan ook het citaat: “Bij den ochtenddienst zong het kwartet Wajehie Binsouang, Hanousein Tesjoengo, Houdou Ngal Erets, Mizmour Ledowied, Ngeits Chajiem, Omar Rabbie Elngozor en Ngoleinoe.

…………..

Na het Middaggebed werd door het Bestuur receptie gehouden in huize Cats. Alweer deed het kwartet hier enige zangnummers hooren. Het begon met Boroeg Habboh bij de binnenkomst van de bestuurderen. Vervolgens werd Tsadiek Katomor Jifroch gezongen, gedurende de aanwezigheid van onze weleerwaarde heer Opperrabbijn, terwijl later Moh Osjiew en Mizmour lesoudo ten gehoore werden gebracht.”

Bron: het NIW van 14-08-1925 (Huize Cats, Plantage Middenlaan 10-12)

Film en een Joodse Broederschap

Alle rechten voorbehouden

138 keer bekeken

Geen reacties

Voeg je reactie toe