Hoe Quirinus aan zijn naam kwam ?

Verteller: Quirinus Hoogland

Quirinus Hoogland heeft een voornaam die je niet vaak ziet. Hij vertelt er over in onderstaand stuk

Kastanjeplein met de Bonifatiuskerk. Kastanjeplein 10, R.K. kerk St. Bonifacius, met toren. Uitgave H. Greven, Durgerdam. Datering 1930, bron: Beeldbank, SAA.

Kastanjeplein met de Bonifatiuskerk. Kastanjeplein 10, R.K. kerk St. Bonifacius, met toren. Uitgave H. Greven, Durgerdam. Datering 1930, bron: Beeldbank, SAA.

De pastoor zit in zijn studeerkamer. Hij heeft net een glaasje wijn ingeschonken. Eigenlijk is het al bedtijd, maar na de onweersbui is het broeierig warm. Hij wacht nog even tot de lucht opgeklaard is. De huishoudster heeft al โ€œgoedenavondโ€ gewenst en is naar haar eigen vertrek gegaan. Zo onder de borrel is het een mooie gelegenheid om de preek van zondag voor te bereiden.

Plotseling schrikt hij op uit zijn gemijmer. Er wordt gebeld. Wie kan dat nou nog zijn? Ligt er iemand op sterven en moet hij komen om de Laatste Sacramenten toe te dienen? Hij hoort geen reactie van de meid. Slaapt zij al? Hij komt overeind en sloft de lange gang door naar de deur. Is er iemand? Een overbodige vraag, want de bel klinkt weer. Er is kennelijk haast. De pastoor haalt de sloten van de deur en doet langzaam open.

Op de stoep staat een man met in zijn armen iets dat in een deken gewikkeld op een kind lijkt. De man haalt de pet van zijn hoofd en vraagt: โ€œMeneer Pastoorโ€, wilt U mijn zoon dopen? โ€œMaar man, moet dat in dit nachtelijk uur gebeuren?โ€ โ€œKan dat niet wachten tot morgen?โ€ โ€œNou nee, Eerwaarde, het zit zo.โ€ โ€œMijn vrouw heeft een nogal zware bevalling achter de rug en daarom is het ook wat laat geworden.โ€ โ€œMaar moet U het kind zien.โ€ Het is zo mager en klein.โ€ โ€œHet is zo licht als een veertje.โ€ โ€œHet zal me verbazen als het de nacht doorkomt.โ€ โ€œMorgen is het misschien te laat.โ€ โ€œDan moet het kind zonder gedoopt te zijn naar de hemel gaan.โ€ โ€œDan komt het in het โ€œVoorgeborchteโ€ terecht.โ€ โ€œEn dat willen we niet.โ€

De pastoor moppert wat en kijkt de man in het halfduister aan. Nu ziet hij ook wie het is. Hij kan niet zo gauw op zijn naam komen, maar hij ziet hem vaak genoeg in de kerk. In ieder geval heeft hij goed zijn Catechismus geleerd. Nou, kom maar binnen en laat eens zien. De man stapt over de drempel en loopt achter de Pastoor aan naar achteren. Nieuwsgierig kijkt de Pastoor naar de baby. โ€œErg vet is het zeker nietโ€: bromt hij. โ€œKom, je bent nu toch hier.โ€ โ€œLaat ik het kind maar gauw dopen.โ€ โ€œWordt het in ieder geval toegelaten tot de hemel.โ€ โ€œLaten we naar de kerk gaan.โ€

In de kerk aangekomen, vraagt de Pastoor: โ€œHoe moet het heten?โ€ โ€œKrijn, meneer Pastoor.โ€ โ€œNet als mijn Vader.โ€ โ€œKrijn?โ€ โ€œNou, vergeet het maar.โ€ โ€œDaar moeten we eens mee stoppen.โ€ โ€œDie heidense namen, daar moet het mee afgelopen zijn.โ€ โ€œEn denk je nou heus dat het kind met zoโ€™n naam in de hemel komt?โ€ โ€œVerzin maar wat anders.โ€ โ€œMaar, meneer Pastoor, mijn Vader heet toch ook Krijn en het is onze eerste zoon.โ€ โ€œGoed en wel, man.โ€ โ€œIk doe niet mee aan dat duivels gedoe.โ€ โ€œEn trouwens, is jouw Vader niet die man, die altijd vooraan in de kerk zit en te gierig is om wat in het zakje te doen?โ€ โ€œMijn Vader zit wel vooraan in de kerk, maar gierig is hij niet.โ€ โ€œHij heeft niet meer.โ€ โ€œHij betaalt een veel te hoge huurprijs voor zijn land aan de Kerk, vandaar.โ€

De Pastoor, even van zijn stuk gebracht door het rake antwoord, pakt de wijwaterkwast en zegt enigszins verbolgen: โ€œIk zal het kind dopen, maar dan wel met de naam Quirinus.โ€ โ€œDat is een fatsoenlijke naam en lijkt in de verte een beetje op Krijn.โ€ โ€œEn hoe je het wil noemen, moet jezelf maar weten.โ€ In mijn kerk komt de duivel niet binnen.โ€ โ€œEn nu maar naar huis, want het is al laat.โ€

Hiermee is de Plechtigheid afgelopen en gaat Krijn voortaan als Quirinus door het leven.ย 
ย 

Alle rechten voorbehouden

183 keer bekeken

Geen reacties

Voeg je reactie toe