Amsterdam-oost heb ik verlaten
Vergeten doe ik het niet licht
Door er steeds maar over te praten
Ontstond het volgende gedicht
Met zestien wilde ik op mezelf
Dat had ik mijzelf toebedacht
Het plan ontstond, toen was ik nog elf
Op een kamer met 'n man of acht
Als zeeman wilde ik beginnen
En bij de marine, 'n idee
Ik kon er alleen maar bij winnen
Thuis gingen ze er niet in mee
Dus dat werd praten, praten, praten
Gelukkig was ik rap van tong
Zij wilden mij niet loslaten
Vonden mij daarvoor veel te jong
Bij de zeemacht ging het niet lukken
Zij vonden mij niet goed genoeg
Dus mocht ik mijn snor daar gaan drukken
'Wat nu?' Is wat ik mij afvroeg
Maandenlang zat ik toen te mokken
En ging overal tegenin
Het varen bleef mij steeds maar lokken
Uiteindelijk kreeg ik mijn zin
't Ouderlijk huis heb ik verlaten
Nog geen zeventien jaren oud
Dat mijn ouders in zorgen zaten
Liet mij toentertijd gewoon koud
Quirinus, januari 2020