In de naoorlogse jaren, de voedselvoorziening kwam weer aardig op gang, was er nog aan van alles gebrek. Vooral aan geld schortte het bij de meeste mensen. Afbetaling was toen de gewoonste zaak van de wereld. Iedereen kocht wel iets dat in termijnen werd betaald.
Wij woonden in de Laing's Neckstraat en ik was in de leeftijd van de middelbare school en had behoefte aan een fiets om de afstand van een kleine vier kilometer tussen huis en school te overbruggen. Bij mijn oom in Sloterdijk werd een fiets van 48 gulden aangeschaft onder de voorwaarde dat hij met twee kwartjes per week zou worden afbetaald. Een prima conditie, waaraan ik mij gedurende 96 weken keurig heb gehouden.
Elke zaterdag fietste ik de tien kilometer naar Sloterdijk, leverde daar mijn twee kwartjes af en fietste weer terug naar huis. En dat 96 maal zonder morren. Om mijn fiets af te betalen heb ik dus zo’n 1900 kilometer door weer en wind getrapt. Dat alleen al is een prestatie op zich. Maar het was voor mij de enige manier om aan een fiets te komen.