Toen we destijds nog in Oost woonden
Met zicht op de toren van 'de Bon'
Waarvan de klok de tijd toonde
Als hij daar schitterde in de zon
Ik weet niet of hij heeft geslagen
Dat herinner ik mij nu niet meer
Want herinneringen vervagen
Daarom zet ik het dus hier maar neer
Van ons uit stond hij in het noorden
Over de dijk op 't Kastanjeplein
Het kan dat we 'm daarom niet hoorden
Vanwege het geluid van de trein
Bij alles was hij toen betrokken
Daar we leefden in saamhorigheid
In huis hadden we nog geen klokken
Toch was er voor alles nog veel tijd
Als de dag begon aan te breken
En wij opstonden van de matras
Dan door het raam naar buiten keken
Wisten we precies hoe laat het was
'De Bon' is nu uit beeld verdwenen
Maar er wordt nog altijd aan gedacht
Wordt niet meer door de zon beschenen
Werd door de sloophamer omgebracht
Quirinus, maart 2020