Dat was vroeger wel anders, de geloven en de sexen waren van elkaar gescheiden en eigenlijk kwam je ook nauwelijks de buurt uit.
Bernadette Nyst’s ouders hoorden tot de eersten, die op de Linnaeushof kwamen wonen, ze hebben het zelfs nog voor elkaar gekregen, dat er een zijraam in hun hoekwoning kwam, iets wat Kropholler eigenlijk niet wilde. Van jongs af aan speelde de kerk een grote rol in haar leven: de kinderen speelden vaak 'kerkje' en als er een kerkelijk feest was, werd het raam opengezet en een heiligenbeeld op de vensterbank gezet of werd een katholieke vlag uitgehangen. Op nummer 85 in de hof woonde de koster, die vanuit een winkeltje rozenkransen en heiligenbeeldjes verkocht.
Mirjam S's ouders en grootouders woonden op het Galilëiplantsoen.Toen zij een half jaar oud was, verhuisden haar ouders naar de Pythagorasstraat.Later woonde zij zelf in de Watergraafsmeer Haar vader speelde als kind “altaartje”en was misdienaar in de Martelaren van Gorcum. Hij is daar na de oorlog 18 jaar acoliet geweest.Pastoor Zoetmulder schreef in het Latijn in het kerkboek, dat hij een man was van bijzondere verdienste. Haar moeder kwam uit de Indische buurt en dat was eigenlijk wel 'beneden de stand' van vader, aanvankelijk werd er erg op haar neergekeken. Mirjam herinnert zich:" we zaten op school bij de nonnen, gingen naar de katholieke padvinderij, gingen naar een katholieke huisarts en alles draaide om de kerk."
Beide dames herinneren zich ook veel verplichtingen; de zondagsverplichting - je móest naar de kerk - en de biechtverplichting voor bijvoorbeeld Pasen en Kerstmis.Ook moest je een of twee keer per maand op je nuchtere maag de hostie ontvangen (de school hield bij hoe vaak je ging). Mirjam herinnert zich dat ze menig maal is flauwgevallen.Buiten op de trap van de kerk kwam ze bij met de thee uit haar flesje, gewikkeld in een krant.Op school bij de nonnen was niet altijd leuk. " Veel nonnen hadden iets vreemds, als kind wist ik niet of ze nou man of vrouw waren. Hun gezicht was voor de helft bedekt door een witte, puntige kap.Als je iets stouts deed bij een bepaalde non, moest je lang in de hoek staan met je handen op je rug en je mocht de leuning van de trap niet vastpakken, als je naar beneden liep. Het meest verschrikkelijke vond ik, dat die non een keer zo kwaad was, dat een kind een windje had gelaten.Niemand zei wie de 'schuldige'was, waarop alle kinderen hun onderbroekje omlaag moesten doen, om die te controleren.Door de stress gingen diverse kinderen weer bedwateren en ik belandde in het OLVG met nierproblemen. Mijn vader ondernam actie en dreigde met mijn zusje en mij van school te halen. Hij schreef een brief, ondertekend door andere ouders naar het hoofd van de Congregatie van de Orde in Maastricht. De betreffende zuster werd uiteindelijk van school gehaald. Toen fleurden de kinderen op. Maar de zusters gaven wel prima onderwijs. In de vierde klas kregen wij al Franse les.Een andere zuster leerde ons borduren en handwerken. Elk kort draadje moest je nog gebruiken.Het onderwijs was zo goed, dat wij gemakkelijk naar het katholieke lyceum voor meisjes Fons Vitae door konden stromen. De jongens gingen naar het katholieke Ignatius College."
Bernadette weet nog dat de zusters het helemaal niet op prijs stelden als je plannen had om na de lagere school niet naar hun katholieke Mulo te gaan en dat lieten ze je merken. Er werd ook erg op gelet, dat je op het schoolplein niet naar de kant van de jongensschool keek, de kleuterschool lag er wel tussen, maar toch..
Eugène Nyst heeft daarentegen goede herinneringen aan de katholieke jongensschool waar hij op ging."We kregen goed les en iedere dag hadden we twee maal een straatgevecht tussen de jongens van de Lidwinaschool (noot: de Lidwinaschool lag aan de Linnaeushof, vernoemd naar een heilige uit Schiedam, de plaats waar pastoor Zoetmulder vandaan kwam) en de school uit de Transvaalbuurt. Ook was het heel fijn om op de plek waar nu de Bunsenstraat is te spelen; daar was toen een sloot met een strandje. We maakten vaak een dam in de sloot en konden dan op het weiland komen dat liep tot de spoorbaan. Dit tot ergernis van de boer natuurlijk".
Wim Nypels is opgegroeid in Alkmaar- pas later in de Watergraafsmeer komen wonen - heeft ook vooral positieve herinneringen aan zijn katholieke lagere school.'Wij moesten natuurlijk ook biechten en dan zaten er wel 100 kinderen te wachten op hun beurt. Maar je wist precies welke pater korter durende straffen gaf en daar ging je in de rij zitten., daar is nooit een punt van gemaakt".
Lees ook Bouwen en Rooms leven rond de H.H.Martelaren van Gorcum kerk