Als kind hoorde ik dat zinnetje heel vaak. Als mijn moeder de klitten uit mijn haar kamde, (en zachtzinnig ging dat er niet aan toe), dan hoorde ik het, met erachteraan, die moet pijn lijden.
Als ik uren stil moest staan. De kleding passen die ze maakte voor me en dan moest er iets afgespeld worden ofzo. Dan hoorde ik het ook. Ach ontelbare keren. Mijn oma zei het ook regelmatig. Ik vond dat zo onzinnig. Ik wilde geen pijn lijden, dan maar niet mooi.
Maar in de winter van 79/80 deed ik het mezelf aan.
Maar in de winter van 79/80 deed ik het mezelf aan.
Van de verdiensten van mijn krantenwijk, kocht ik een paar mooie enkellaarsjes. Bruin leer met een kettinkje als versiering en hakken van een 7 cm hoog.
Omdat ik normaal altijd platte schoenen droeg, hooguit met een sleehakje, was het even wennen. Maar wat voelde ik me volwassen als ik op die laarsjes liep.
Omdat ik normaal altijd platte schoenen droeg, hooguit met een sleehakje, was het even wennen. Maar wat voelde ik me volwassen als ik op die laarsjes liep.
Ik wilde ze zo graag naar school aan. Laten zien dat ik ook best leuke spullen kon hebben. Maar ja er lag sneeuw en het was glad, dus nee dat lukte niet.
De eerste de beste dag dat het dooide trok ik ze aan. Het was mijn dag, ik zou echt de blits maken. Zoals we dat toen noemden.
De eerste de beste dag dat het dooide trok ik ze aan. Het was mijn dag, ik zou echt de blits maken. Zoals we dat toen noemden.
Trots liep ik van ons huis in de Riouwstraat naar de Mavo op de Polderweg.
Normaal moesten we als leerlingen via de fietsenstalling naar binnen. Maar omdat ik het eerste uur vrij had gehad, stapte ik de trap op naar de hoofdingang.
De trap was glibberig, maar zonder kleerscheuren, kwam ik bovenaan de trap.
Ik deed de deur open. De ruimte die ook als aula werd gebruikt, zat vol leerlingen die net pauze hadden.
Vol vertrouwen stapte ik naar binnen. Iedereen keek me aan.
En toen.........toen gleed ik onderuit, zo de halve aula door, op mijn kont. Weg opkomst, weg zelfvertrouwen. De vrouw van de concierge kwam meteen aanrennen. Ik was het jaar ervoor aan mijn knie geopereerd en ze was echt bang dat het mis was.
Iedereen keek me aan, en ik? Ik kreeg de slappe lach. Daar zat ik op mijn gat in een plasje water.
Ik heb daar echt wel tien minuten gezeten. Later hoorde ik dat iedereen die dag via de trap was binnen gekomen, want door de dooi was de ingang naar de fietsenstalling die schuin naar beneden liep niet te doen.
Niet iedereen had zijn voeten goed geveegd, dus er lagen hier en daar plasjes water van gesmolten sneeuw. Omdat ik meer naar de mensen om me heen had gekeken, had ik dat niet gezien.
Wonder boven wonder liep alles met een sisser af. Maar de laarsjes heb ik alleen nog met mooi weer aangehad.
Normaal moesten we als leerlingen via de fietsenstalling naar binnen. Maar omdat ik het eerste uur vrij had gehad, stapte ik de trap op naar de hoofdingang.
De trap was glibberig, maar zonder kleerscheuren, kwam ik bovenaan de trap.
Ik deed de deur open. De ruimte die ook als aula werd gebruikt, zat vol leerlingen die net pauze hadden.
Vol vertrouwen stapte ik naar binnen. Iedereen keek me aan.
En toen.........toen gleed ik onderuit, zo de halve aula door, op mijn kont. Weg opkomst, weg zelfvertrouwen. De vrouw van de concierge kwam meteen aanrennen. Ik was het jaar ervoor aan mijn knie geopereerd en ze was echt bang dat het mis was.
Iedereen keek me aan, en ik? Ik kreeg de slappe lach. Daar zat ik op mijn gat in een plasje water.
Ik heb daar echt wel tien minuten gezeten. Later hoorde ik dat iedereen die dag via de trap was binnen gekomen, want door de dooi was de ingang naar de fietsenstalling die schuin naar beneden liep niet te doen.
Niet iedereen had zijn voeten goed geveegd, dus er lagen hier en daar plasjes water van gesmolten sneeuw. Omdat ik meer naar de mensen om me heen had gekeken, had ik dat niet gezien.
Wonder boven wonder liep alles met een sisser af. Maar de laarsjes heb ik alleen nog met mooi weer aangehad.