Judith is de oudste dochter van Nathan en Lea Englander. Voor zover bekend heeft zij tot aan haar huwelijk op haar 44ste thuis gewoond. Volgens de archiefkaart van haar vader heeft ze gewerkt als costumière. Hoe lang zij dit beroep heeft uitgeoefend is onbekend.
Zoals gezegd, trouwt zij op haar 44ste , op 2 maart 1932, en wel met Cos Machiel Samuels, weduwnaar van Wilhelmine Cornelia ‘Nelly’ Seidel. Cos Machiel is dan 55 jaar oud, geboren in Paramaribo op 19 juni 1876. Hij is de zoon van Machiel Nathan Samuels en Rachel Leefmans. Van zijn eerste vrouw is zo mogelijk nog minder bekend dan van Judith. Haar volledige naam zou zijn: Wilhelmine Cornelia ‘Nelly’ Seidel. Haar overlijdensjaar zou 1931 zijn. Bron: GENEANET In de huwelijksakte van Judith en Cos wordt de achternaam van Nelly overigens geschreven als ‘Zeijdel’.
Wat wel bekend is, is dat Cos en Nelly in 1914 een zoon kregen: Machiel Antony Cos. Hij wordt later bijgeschreven op de archiefkaart van Judith. Hij heeft de oorlog overleefd (bron: joodsmonument.nl), zijn laatst genoemde adres is Semarang in Nederlands Indië.
Judith is met Cos Machiel in 1932 verhuisd naar Den Haag, adres Haagschestraat 14. Cos Machiel woonde voordien ook al in Den Haag, hoogstwaarschijnlijk op de Gevers Deynootweg 60. Het laatst bekende adres in Den Haag is: Laan van Nieuw Oost Indië 90A, het overlijdensadres van Cos Machiel. Cos Machiel was tijdens zijn huwelijk met Judith werkzaam als ‘hoofd magazijnmeester’. Waar hij gewerkt zou hebben is onbekend.
Tot de verhuizing naar Den Haag heeft het paar nog kort ingewoond in de Kazernestraat 10 I, bij de familie Englander m.a.w. Na het overlijden van Cos Machiel komt Judith terug naar Amsterdam om te gaan inwonen bij haar broer Samuel Henri aan de Nieuwe Keizersgracht 64 I. Haar laatste adres in Amsterdam is Vechtstraat 161 huis, vanaf 17 september 1941.
Van Cos bestaat nog een document (afgedane gezinskaarten, SAA indexen) waarin hij wordt genoemd als ‘gepensioneerd W.I. Ambtenaar’ (W.I. – West Indië = Suriname). In 1909 komt hij vanuit West Indië voor een korte periode naar Amsterdam, van januari tot augustus 1909. In deze korte periode woont hij in op Plantage Parklaan 21. Dat is het adres van de familie Englander en ook van zijn latere vrouw Judith! Hij blijft maar kort in West Indië want in maart 1910 is hij alweer in Amsterdam om vervolgens in oktober 1910 te vertrekken naar New York. Tijdens dit tweede korte verblijf woont hij in bij een ‘familie Smilde’ aan de Weesperstraat 7.
Eerder was hij al geregistreerd in Rotterdam, op 1 mei 1905 komt hij vanuit Suriname naar Nederland. Volgens de registratie was hij ‘mach…3e kl. Dep. Kol. Vaart’, met verlof’. De afkorting zou kunnen staan voor: Machinist der 3e Klasse, Departement Koloniale Vaartuigen (Bron: Surinaamsche Almanak voor het jaar 1908). Hij gaat inwonen bij een zekere Dekker, aanvankelijk in de Vondelstraat 26, later in de Hugo de Grootstraat 113. Op 14 september 1906 vertrekt hij ‘ambtshalve’ naar West Indië. Bron: Stadsarchief Rotterdam.
Judith is slachtoffer van de Duitse vernietigingsmachine, zij wordt op 5 maart 1943 in Sobibor vermoord. Uit de onderstaande documenten blijkt dat zij op 24 februari 1943 in Kamp Vught is aangekomen. Zij kwam vanuit de Vechtstraat 161 (Amsterdam).