Mijn opa en oma woonden in de 2e Oosterparkstraat. Tegenover de parochie van de katholieke kerk en de Barbara kleuterschool. Ze woonden op de 2e en 3e etage met nog een aantal van hun kinderen en ook kleinkinderen in huis. (Twee getrouwde dochters en hun man en de kinderen van de jongste. En nog een paar ongetrouwde zonen.)
Om in de woning te komen moest je een hele lange trap op. Een hemeltrap noemden wij dat. Met een plateau bij de 1e etage (zonder deur) maar verder loodrecht omhoog. De Er waren wel 3 etages in het pand, maar begane grond en 1 hoog was een woning en 2 en 3 hoog dus ook.
De meeste kinderen kwamen op Oudjaar samen bij hun ouders thuis en die niet wilde of kon, ging na 12 uur of op 1 januari nieuwjaar wensen. Meest waren mijn ouders en ik ook op oudejaarsavond bij opa en oma, maar dat jaar bleven we thuis.
Ik baalde wel want de jongere broers en zwager van mijn vader hadden een prachtig pakket met siervuurwerk gekocht. En alhoewel ik bang was, vond ik het toch wel leuk om achter een raam of veilig in een portiek te kijken. Mijn neefje die een jaar ouder was, zou ook iets mogen aansteken en daar wilde ik bij zijn natuurlijk.
Die avond bleven we dus thuis, we keken tv en aten oliebollen en appelflappen. Maar om kwart over 12 zei mijn vader dat hij naar "het Oosterpark" ging. Dat betekende dus naar zijn ouders. Mijn moeder wilde ook mee, dus zo liepen we samen vanaf de Eerste Atjehstraat naar de Tweede Oosterparkstraat. Verwachtingsvol keek ik om me heen toen we in de straat waren. Maar geen ooms en geen neefje te zien. Vreemd want ze hadden gezegd wel een uur nodig te hebben om alles af te steken.
De deur stond open beneden en het portiek zag eruit of er brand was geweest. De trap lag bezaaid met ontploft vuurwerk. Eenmaal boven, keken we verbaasd naar al die bleke gezichten daar en trillende handen. Mijn vader vroeg wat er gebeurd was?
Opa vertelde dat de jongens naar beneden waren gegaan met 3 sporttassen vol vuurwerk. Na een paar vuurpijlen had mijn neefje gevraagd wanneer hij nu mocht?
Zijn vader had hem een rotje gegeven en gezegd als hij brand weggooien, die kant op. En had het aangestoken. Mijn neefje had gegooid maar nogal onhandig en in plaats van voor hem, was het achter hem in een van de sporttassen gevallen. Met als gevolg dat alles in die tas was ontploft, en ook de tassen ernaast. In een fikse klap al het vuurwerk weg. Wonder boven wonder waren ze met de schrik vrijgekomen en was het brandje in het portiek snel geblust.
Vuurwerk is er jaren niet bij geweest met oud en nieuw. Wel vertelde opa het verhaal regelmatig als waarschuwing aan de kleinkinderen. En hij besloot dan altijd met, De gillende keukenmeiden lagen letterlijk in de keuken