Het paarse jasje.

Dat paars fluwelen jasje was het feestjasje. Gekocht omdat mama getuige was bij het huwelijk van een van haar kleinzoons.

Foto:Familiearchief Pickhard

Foto:Familiearchief Pickhard

 

‘Je hebt mijn paarse blazer toch nog wel’. Die vraag stelde mijn moeder mij een aantal weken nadat zij opgenomen was in De Open Hof. ‘Natuurlijk mam, ik heb niets weggedaan wat u niet gezien en beoordeeld heeft. De winterjassen en de blazer hangen bij mij thuis in de kast. Als het kouder wordt wissel ik de zomer- voor de winterjassen. De blazer gaat eerst nog naar de stomerij’.

Mijn moeder werd binnen korte tijd twee keer onverwacht opgenomen in het ziekenhuis en daaraan volgend voor revalidatie in het Flevohuis. Ze was 94 jaar, had o.a. in de loop van haar leven een borstamputatie en twee hartoperaties ondergaan. De laatste op haar 87e. Moedig was ze daarna telkens weer, met wat hulp, met haar huishouden verder gegaan. Dat kostte haar het laatste jaar meer en meer moeite en er vielen steeds meer kleine steekjes.

Eenmaal in het revalidatiecentrum zei ze: ‘Ik wil niet meer naar huis. Ik weet niet meer hoe ik het allemaal voor elkaar moet krijgen. Ik heb er geen zin meer in, ik kan het niet meer. Ik durf niet meer alleen te zijn. Het is op. Ik wil naar De Open Hof en ik kies het zelf. Zeg ze maar dat ik niet lastig zal zijn’.

Ze hield voet bij stuk en ik realiseerde mij dat ze tachtig jaar een huishouden had gevoerd. Op haar veertiende begonnen als daghitje en het huishouden was daarna nooit meer gestopt. Nooit had ze ander werk gedaan. Haar ouders vonden het niet nodig dat ze naar de MULO ging, ondanks het aanbod van een studiebeurs. Het volstond als ze aardappels kon koken en sokken stoppen.

Wij hoopten dat mama een beetje zou kunnen wennen in de nieuwe omgeving.

De Open Hof ligt in de buurt waar zij meer dan 66 jaar woonde voordat ze, door invaliditeit van mijn vader, naar een seniorenflat aan het Kramatplantsoen vertrok. In het verpleeghuis had ze een niet zo grote beneden kamer, maar met uitzicht op een kruispunt en de kleuterschool waar haar drie kinderen hun kleutertijd doorbrachten. Ik introduceerde mama bij allerlei mensen in het huis. Er woonden ook oud buurtbewoners die ze nog wel kende. Maar het wilde niet lukken.

Bijna dagelijks kwam bezoek. Ze klaagde niet echt, maar eigenlijk was het nooit genoeg. Mama voelde zich vaak niet goed, zag en sliep slecht, leefde in onmin met haar bril en hoorapparaat, ging steeds slechter lopen, had vaker extra zuurstof nodig. Tot overmaat van ramp kreeg ze een blaasontsteking met in het kielzog nog meer ongemakken.

‘Heb je mijn paarse jasje nog?’

‘Ja, mam en hij is ook al bij de stomerij geweest. Van de week breng ik hem mee’. En zo geschiedde. Het paarse jasje hing tot moeders tevredenheid in de kast.

Begin december konden wij opgeven of mama met twee gasten deel wilde nemen aan het kerstdiner in het restaurant van het verpleeghuis. ‘Dan trek ik mijn paarse jasje aan, maar, wat als ik mij niet goed voel?’ ‘Dan eten we met ons drieën op uw kamer. U trekt uw paarse jasje aan. Kleindochter en ik komen ook feestelijk gekleed’.

Dat paars fluwelen jasje was het feestjasje. Gekocht omdat mama getuige was bij het huwelijk van een van haar kleinzoons en later werd het onder andere gedragen bij twee boekpresentaties van mijn dochter.

De kerst naderde. Mama’s conditie was instabiel maar niet direct alarmerend.

De middag voor kerstmis namen wij voorgoed afscheid van haar. Ze droeg haar mooie paarse jasje met een nieuwe bijpassende blouse. Vier dagen daarvoor was ze overleden op de sterfdag van mijn vader, elf jaar eerder.

 

 

 

© Corrie Groen.

 

Alle rechten voorbehouden

247 keer bekeken

3 reacties

Voeg je reactie toe
desiree ygel-vet

Zo bijzonder

Wat ontzettend mooi geschreven . Kippenvel 

Ingrid van Oorschot

vergelijkbaar

Wat een mooi opgeschreven verhaal, ook mijn moeder droeg in de kist de kleding van de bruiloft van haar kleinzoon. Ze zag er zo mooi in uit. Haar laatste jaren moest ze slijten in een verpleeghuis omdat haar geheugen haar in de steek liet. De eerste tijd daar was ontzettend zwaar voor haar maar ook voor ons om haar zo te zien. En ze kende er niemand omdat het voor haar zo ver van haar geboortegrond stond....Gelukkig was 't wel dicht bij ons zodat ik haar zo vaak als mogelijk kon bezoeken.

 

fleur lis

Lieve herinneringen

Wat een lief verhaal Corrie.