Drie weken oud was Erie Kramer toen zij in 1950 met haar ouders kwam wonen op het Kastanjeplein. Vanwege de woningnood waren de opslag zoldertjes op de bovenste etage getransformeerd tot een woning, zelfs met een douche. Het was een heel lichte woning, de nieuw aangeplante bomen – in de hongerwinter waren alle oude bomen gesloopt – reikten niet hoog genoeg om schaduw te geven.
Het plein zelf kreeg in 1955 een zandbak en speelwerktuigen en ook ‘een wachie’, een mijnheer die tussen 9 en 4 oplette en zorgde dat de zandbak schoon en gevuld bleef. Twee keer per jaar kwam een vrachtauto schoon zand storten. Erie speelde veel op straat, ze herinnert zich dat ze als ze op haar rolschaatsen een rondje maakte rond de Bonifatius kerk ze precies 1 auto tegenkwam. Soms speelde ze ook in het Oosterpark, in de winter als er sneeuw lag moest je erg opletten dat je slee de lage hekjes rondom de grasvelden ontweek. De glijbanen werden iedere winter op dezelfde plek aangelegd. Als kind van een jaar of 10 mocht ze met de autoped zelfstandig op pad, ze mocht langs de Amstel tot Zorgvlied. Ze herinnert zich dat ze langs de sinds 1958 opgeworpen zandheuvels kwam waar later de Casa werd gebouwd – ook een leuke speelplek – en onder de transportband door reed, die de Korfffabriek verbond met de kade van de Amstel.
Erie kreeg pas een fiets toe ze 12 was en naar de middelbare school ging, voor die tijd mocht ze soms wel eens een fiets huren bij de stalling op de hoek Kastanjeweg /Vrolikstraat. Vroeger had haar moeder de kinderwagen daar vlakbij gestald, er was echt een aparte kinderwagen stalling in de 2e Oosterparkstraat.
De grootouders van Erie woonden ook in Oost, in 1908 kwamen ze in de Commelinstraat wonen. Ze zouden een bokje als huisdier hebben gehad,waarmee ze gingen wandelen op de Zeeburgerdijk. Later verhuisden ze naar de Domselaerstraat . Zelf herinnert Erie zich dat haar oma een ‘commensaal ‘ had in de 50 er jaren, een student die inwoonde en mee at.
Vanuit hun woning op nummer 11 had je een mooi uitzicht op de kerk op nummer 10,het was interessant als er een brandweer oefening werd gehouden of als er een muziekcorps langs kwam. Het viel Erie op dat de grote trom iedere 4 tellen sloeg, maar de blaasinstrumenten stil waren als het corps bij de kerk kwam. Op nummer 9 was een drogist waar je zwart op wit drop kon kopen , omstreeks 1958 werd daar ingebroken en het verhaal ging dat de inbrekers een zwarte hand hadden achtergelaten op de muur. Het was een opzienbarende gebeurtenis !
Ooit heeft er een tram gereden over het Kastanjeplein, op weg naar de remise op de hoek van de Linnaeusstraat, vermoedelijk tram 3. Later was er een garage in dat gebouw. Het Kastanjeplein is ook nog gebruikt als parkeerplaats voor bussen; toen de abortuskliniek aan het Oosterpark net open was, stonden bussen vol buitenlandse vrouwen te wachten op het plein.