Erie ging als 6 jarige naar de Linnaeusschool en kwam terecht in een klas met 46 kinderen. In die tijd zaten er 953 leerlingen op school, verdeeld over 24 klassen en 2 gebouwen: het was de tijd van de geboortegolf. Erie kan zich herinneren dat de eerste Surinaamse jongen op school kwam en dat er nog een kind in de klas zat dat polio had gehad. Grappige gebeurtenissen uit die tijd: een Friese inval leerkracht die voordeed hoe je moest polsstok springen en een meester en juf die iedere week een middag van klas wisselden. Dat was omdat de meester niet van zingen hield, maar wel erg graag aardrijkskunde gaf, bij de juf was ’t precies omgekeerd en zo regelden ze dat onderling.
Tijdens het buiten spelen ging de eerste tot en met vierde klas van het ene gebouw naar het plein voor de kerk, de kinderen uit het andere schoolgebouw gingen spelen op het plein met de zandbak:er waren 2 pleinen op het Kastanjeplein. Fikkie stoken met kerstbomen in de zandbak was een geliefd spelletje, de jongens werden soms gecontroleerd of ze lucifers in hun zak hadden, de meisjes niet en Erie had heel wat lucifers in haar zak! Toen Erie in de vijfde of zesde klas zat – die klassen gingen in het speelkwartier naar het Oosterpark –werd ze ‘klaar-over’. Na een mini cursus bij de politie ging je dan samen met nog drie grotere kinderen gedurende een week andere kinderen helpen oversteken. Met een stopbord mocht je het verkeer stil laten staan bij het zebrapad. Na een paar weken kwam jouw groepje dan opnieuw aan de beurt, een voordeeltje was dat je later op school mocht komen en eerder weg mocht gaan.
Erie is tot 1970 blijven wonen op het Kastanjeplein, toen ging ze studeren. Eind 1978 kwam ze weer vlak bij het plein te wonen, samen met haar man begon ze een huisartsenpraktijk aan het Oosterpark.
In dat huis is altijd een huisartsenpraktijk gevestigd geweest, in 1916 begon dokter Engers de praktijk even verderop aan het Oosterpark. In 1950 mocht de voorganger van Erie en haar man vanwege de woningnood enkel in het pand trekken als hij ook de dienstbode in liet wonen en dat terwijl hij zelf vijf kinderen had !
De kinderen van Erie moesten in de tuin met hun rug naar het huis spelen, want in het souterrain was de wachtkamer en de spreekkamer. Erie zegt ; ‘het Oosterpark is altijd een artsenstraat geweest, als kind ging ik ook naar een huisarts aan het Oosterpark, dokter de Jong op nummer 54’. Zelf verhuisden zij in 2008 de praktijk naar de 2e Oosterparkstraat.