De Gele Lap – 1942

Een lente vol gele bloesem

Verteller: Portret Samuel Cohen.2.JPG Samuel Cohen
Auteur: Frits Slicht Frits Slicht
"De Gele Lap" Davidsster, met dank aan David Douma. <br />3 mei 1942: Invoering van de Jodenster voor personen en woningen (bron: Verzetsmuseum)

"De Gele Lap" Davidsster, met dank aan David Douma.
3 mei 1942: Invoering van de Jodenster voor personen en woningen (bron: Verzetsmuseum)

 

 

Als je kijkt naar 1942 zijn er vele maatregelen genomen die het leven van de Joodse bevolking hard hebben geraakt. Eén van die maatregelen was voor Samuel een harde klap, de invoering van de Gele Lap, de Davidsster. Hij beschrijft deze maatregel als volgt:

“De naam Mauthausen zit in de lucht en ‘weer overleggen’ de voorzitters van de Joodse Raad met de Duitsers over het ingrijpende van deze maatregel. Asscher uitte zich toen als volgt: ‘tenslotte is de oorlog binnenkort voorbij en dan zijn we weer vrij’. Iedereen rede om zich bijtijds te voorzien van de bedrukte stof, die uitgeknipt, gevouwen en genaaid moest worden. Op de gele stof was een zwarte Davidsster gedrukt met het woord JOOD er in, in quasi-Hebreeuwse letters.”

Reacties

Aanvankelijk kwam er vanuit de niet-Joodse bevolking wel enige reactie, maar dat sleet er na verloop wel weer uit. Voor ons betekende die gele lap een heleboel ellende, gezeur, ellende, overtredingen, boetes en noem maar op. Bovenal, het maakte het opsporen van Joden een stuk makkelijker, we waren altijd zichtbaar als Jood. Blijkbaar was die toegevoegde J in het persoonsbewijs, van januari 1942 nog niet voldoende.

Op straat deed het je wel goed als er werd gewaarschuwd dat het verderop ‘onveilig’ was, dat er controles waren bijvoorbeeld. Samuel kan zich ook nog herinneren dat er op school werd gesproken over ‘een lente vol gele bloesem’.

Het gewone leven?

Menachem Asscher Pasfoto van Menachem Asscher. Bron: Joodsmonument.nl

Menachem Asscher Pasfoto van Menachem Asscher. Bron: Joodsmonument.nl

Soms leek het of alles verder zijn gang ging, maar dat was natuurlijk niet zo. Terugkijkend zie ik nog wel dat wij ons uiterste best deden om ‘zo gewoon’ mogelijk te doen. Er ontstonden ook liefdes. Mijn zus Keetje (Tamar), die inmiddels bij De Joodsche Invalide werkte, was hevig verliefd op Achem. Ze zouden ook trouwen en wel op 16 april 1942 volgens de gegevens van het Stadsarchief. Samuel heeft het over een trouwerij in augustus 1942. Indien de gegevens van het Stadsarchief en die van het Joodsmonument kloppend, is Menachem al in juli 1942 in Auschwitz vermoord.

Keetje (Tamar) Asscher-Cohen. Portret van Keetje Asscher- Cohen getekend door Sophie (Fieke) Asscher in 1942, de dag voordat Keetje en Menachem naar Westerbork vertrokken.

Keetje (Tamar) Asscher-Cohen. Portret van Keetje Asscher- Cohen getekend door Sophie (Fieke) Asscher in 1942, de dag voordat Keetje en Menachem naar Westerbork vertrokken.

Het verhaal van Menachem en Keetje, over hun trouwerij en de ‘gang’ naar Westerbork is een pijnlijk en emotioneel verhaal. Het valt allemaal na te lezen in het boek van Samuel Cohen (H. 29).

Terug naar de inhoudsopgave.

Alle rechten voorbehouden

685 keer bekeken

Geen reacties

Voeg je reactie toe