Het verhaal van Mozes Gobitz, kroniek van een leven, deel 27

Terug bij zijn gezin, juli - november 1942

Auteur: Frits Slicht Frits Slicht
Verzoek om overplaatsing.  Formulier m.b.t. het verzoek van Mozes Gobitz om te worden overgeplaatst. Op het formulier de aantekening dat hij in het Ziekenhuis te Heerenveen is opgenomen. Bron: SAA, dossier Mozes Gobitz.

Verzoek om overplaatsing. Formulier m.b.t. het verzoek van Mozes Gobitz om te worden overgeplaatst. Op het formulier de aantekening dat hij in het Ziekenhuis te Heerenveen is opgenomen. Bron: SAA, dossier Mozes Gobitz.

 

 

Terug bij zijn gezin, juli - november 1942

Na enige tijd is Mozes teruggekeerd uit het kamp en bij zijn gezin in de Vegastraat gaan wonen. Aangezien hij niet op dit adres stond ingeschreven, was hij feitelijk ondergedoken in zijn eigen huis. Op zeker moment hoorde Mozes Gobitz een Duitse overvalwagen de straat inrijden. Uit vrees dat ze hem kwamen halen, kreeg hij een hartaanval waaraan hij is overleden. Mozes Gobitz is begraven op de Joodse begraafplaats in Muiderberg. Zie ook: joodsmonument.nl.

De moeder van Carla komt in de verhalen en herinneringen van Carla naar voren als een standvastige vrouw die niet over zich liet lopen. Dat zij het in de situatie zoals hiervoor geschetst wel eens somber inzag, lijkt mij niet meer dan logisch.

De brief van 15 juli 1942 lijkt gewerkt te hebben, want in een kort briefje (dd. 17 juli 1942) van ‘Het Hoofd van de Inspectie van de Dienst voor de Werkverruiming (inspectie Friesland)’ vraagt deze beleefd om dit verzoek in behandeling te nemen (over te willen nemen). De brief is gericht aan de Afdeling Buitenkampen, ter attentie van de Heer Kahn.

Daar heeft men weinig haast om dit verzoek te onderzoeken. Pas op 1 oktober 1942 is er een reactie. Inmiddels is Mozes op 16 september 1942 opgenomen in het ziekenhuis van Heerenveen. Voorlopig is hij niet in staat tot enige werkzaamheden, dat is wel duidelijk. Dat de vrouw zenuwachtig zou zijn valt moeilijk vast te stellen. Er is namelijk helemaal geen attest, dus is het ‘derhalve niet juist te beoordelen of overplaatsing nog noodzakelijk is’. De conclusie is dan ook om een eventuele overplaatsing voorlopig te laten vervallen in afwachting van het ziekteverloop van Mozes.

Belangrijk is de datum van dit laatste oordeel. In de nacht van 2 op 3 oktober 1942 werden de Joodse Werkkampen ontruimd en de mannen afgevoerd naar Westerbork.

Hoe nu verder!

De eerst volgende mededeling in het dossier dateert van 13 oktober 1942. Mozes ligt blijkbaar nog steeds in het ziekenhuis te Heerenveen. Hij komt niet in aanmerking voor ziekengeld omdat de ziekte al voor de verzekering bestond!

Dina is nog steeds alleen thuis met de vier kinderen. Zij wordt niet naar De Joodse Raad verwezen. Er wordt niet uitgelegd wat hiermee wordt bedoeld. Twee van de kinderen, Hendrika en Rachel, liggen met roodvonk thuis. De behandelend arts is Dr Leo Façee Schaeffer, Antarusstraat 20. Waarom deze niet-Joodse arts hen heeft mogen behandelen is mij niet duidelijk.

(Aanvulling Frits: Ik vond nog wel een opmerkelijke verwijzing naar Dr. Leo Façee Schaeffer. Hij staat op een lijst van links-extremistische personen (1939), in 1934 was hij secretaris van een afdeling van de I.S.A.O.L. (+ de Internationale Socialistische Anti-Oorlogs Liga). Deze lijst is opgesteld door het de Centrale Inlichtingen Dienst (CID), de vooroorlogse voorloper van de Binnenlandse Veiligheidsdienst, de BVD.)

 

Terug naar de inhoudsopgave.

Alle rechten voorbehouden

734 keer bekeken

Geen reacties

Voeg je reactie toe