Als je tussen de boten naar de overkant kijkt, rijst er een stevige muur op, die er niet is als je de andere kant van het pad op zou lopen richting de molen; dat is nog een aflopende dijk in het water. Door de muur kan je niet echt de tuinen zien van de benedenhuizen. Omdat ik op de Zeeburgerdijk 141 heb gewoond, weet ik dat in bijna al die tuintjes een schuurtje staat en dat je staand over het muurtje kan hangen. Om te vissen bijvoorbeeld. Als je vanaf de tuin aan de achterkant je benedenhuis in wil, moet je eerst een trappetje op, dat bij de meeste huizen in het midden van een talud is gemaakt van hout, steen of beton.
Maar eigenlijk kan je dit vanaf het Zeeburgerpad allemaal niet zien. Het is een beetje een mysterie. Toevallig weet ik dat iemand er wietplanten verbouwt. Maar hij heeft er toestemming voor, omdat hij die wietsigaretten rookt om z’n gewrichtspijn te verzachten.
Vroeger waren er wel buren die geen scheiding hadden tussen hun tuintjes en die dan gezamenlijk onderhielden. Maar dat is nergens meer. De woningbouwvereniging heeft eind vorige eeuw zelfs schuttingen op de dakterrassen geplaatst. Behalve bij twee bewoners die dat onzin vonden en heel veel moeite hebben gedaan om dit te voorkomen. Zij kunnen nog heerlijk op een zomeravond bij de ondergaande zon samen borrelen.
Maar dat is ook weer lastig vanaf de overkant te zien, omdat je dan omhoog tegen een laag muurtje aankijkt. Helemaal moeilijk blijft het voor alle bootvaarders op het Lozingskanaal een vraag wat zich allemaal afspeelt achter die lange muur.