“Ome Willem, zo komt u niet goed uit hoor”, zei ik tegen de vader van Jasperina de Jong, die de vloer van onze wc annex douche aan het betegelen was met zwarte en witte tegeltjes. Hij was aan twee kanten begonnen om bij de wc-pot de tegeltjes in de juiste vorm te kunnen knippen. “Nee, dat komt best goed”, antwoordde hij. Nou dat kwam mooi niet goed. Na enige tijd klonk er gevloek, want ome Willem bleek het toch niet zo goed te hebben gezien. Gelukkig was ’t een goeierd en gaf hij zijn ongelijk daarna wel toe.
Wij woonden in een benedenhuis op de Zeeburgerdijk 141 met naast ons eerst een landje, waar later woningbouwvereniging Eigen Haard een werkplaats met daarboven twee woningen bouwde. Mijn moeder was goed bevriend met tante Marie, de moeder van Jasperina de Jong. Over haar parkietje dat voetbalde met een pingpongballetje heb ik al eens geschreven net zoals over deze douche, die je ook kunt lezen in de jaarlijks verschijnende Spreukenkalender (dat verhaaltje kan je terugvinden, niet die douche natuurlijk).
Ome Willem had het vloertje uiteindelijk vakkundig betegeld, want als je douchte, liep het water keurig naar het putje in de hoek. Je moest wel met een wisser en zeemleren lap alles droogmaken als je klaar was, want een natte wc-bril zit tenslotte niet echt prettig.
Als ome Willem met tante Marie op de koffie kwamen, vroeg ome Willem steevast quasi verbaasd: “Zitten die tegeltjes er nog steeds in?”
Toen mijn moeder eind vorige eeuw van de Zeeburgerdijk verkaste naar het Flevohuis, lagen de zwart-wit tegeltjes er nog keurig bij. Ik vraag me af of dat nog steeds het geval is.