Mijn opa van mijn moeders kant had al vroeg artrose en reuma. Hij liep daarom met een wandelstok. Ik heb er nog twee bewaard. Hij was bijna dagelijks te vinden in ons schuurtje dat tegen het muurtje was gebouwd onderaan de tuin van waaruit we uitkeken op het Lozingskanaal. Mijn oma en opa Ameling pasten door de weeks op mij, omdat mijn moeder bij de Bijenkorf werkte.
Opa was gepensioneerd en als machinebankwerker werkzaam geweest bij werkplaats 3 van Werkspoor. Hij had gevaren als donkeyman/monteur op de wilde vaart, bij Fokker aan de Spin gewerkt en bijna twee jaar in Trinidad bij Van Leer vaten. Het verbaasde me altijd als tiener dat hij alle straten en steegjes in het centrum kende, maar dat kwam omdat hij ook een tijdje taxichauffeur was geweest.
Hoewel hij dus slecht ter been was, heeft hij me fietsen geleerd. Ik kreeg mijn eerste fiets, met houten blokken op de trappers, toen ik naar de lagere school ging. Waarschijnlijk had mijn opa die zelf in elkaar gezet. Hij maakte en repareerde van alles. Daarvoor had hij in onze schuur ook een hele ijzerwinkel, moertjes, schroefjes, beitels, schaven, noem maar op. Veel van dat oude gereedschap heeft mijn moeder allemaal weggegeven aan een buurjongen.
Voor de kolenkachel sneed mijn opa mica of langwerpige glasplaatjes, die hij zo nu en dan verving. Met veel moeite ging hij dan op z’n zij liggen om die te repareren. Behalve dat het lopen en bukken steeds moeilijker werd voor hem, ging hij ook nog bibberen. Maar hij weigerde dingen uit handen te geven. In de familie zijn nog een eigengemaakt bestek bewaard en een set met negen koperen ‘glaasjes’ met karaf.
Wat ik niet bewaard heb, is een ijzeren toeter die hij gemaakt had om het eerste team van korfbalvereniging Archipel toe te juichen, dat toen nog in de hoogste klasse korfbalde in de Makassarstraat. Als tiener schaamde ik me dood. Maar ik had een ontzettende bewondering hoe hij elke keer zonder morren de hele Zeeburgerdijk afliep. Wij woonden namelijk 141 huis. En mijn oma en opa woonden op nummer 3, twee hoog, met uitzicht op de molen en de brug waar om vijf uur hordes ex-collega’s van Werkspoor op weg naar huis gingen. Ja, dat is allemaal verleden tijd.