Een rijbewijs heeft hij nooit gehad
Er zijn meer fietsen dan Amsterdammers. Het lijkt me dat er vroeger meer gefietst werd dan nu. Met een beetje slecht weer is men vaker geneigd om de auto te pakken in plaats van de fiets. Mijn vader heeft zijn hele leven gefietst, ondanks dat hij in de oorlog op zijn 34 ste geopereerd werd en een long moest missen. Een rijbewijs heeft hij nooit gehad. Tijdens de depressie heeft hij wel rijlessen gehad en zelfs rijexamen gedaan. Maar dat examen heeft hij niet volbracht, omdat de auto plotseling stopte. Er zat geen benzine meer in de tank. M’n vader heeft nog geholpen de auto weg te duwen, maar dat examen heeft hij nooit meer overgedaan.
Van Allen Weerbaar, naar Rohda of Blauw-Wit
De fiets is dus altijd zijn vervoermiddel gebleven. Net zoals dat toen voor alle sporters in Amsterdam het geval was, die van het ene deel van Amsterdam naar het andere moesten. De korfballers van Archipel, van de aspiranten tot de senioren, moesten van de Makassarstraat naar bijvoorbeeld Allen Weerbaar in de Reggestraat, naar Rohda in de Bilbaostraat, Westerkwartier in de Van Hogendorpstraat, of Blauw-Wit aan de Joos Banckersweg. Dat is doorgegaan totdat steeds meer Indischebuurters een auto hadden. Ouders werden gecharterd om de jongsten naar de sportvelden te brengen.
Mijn vader fietste ook altijd naar werk
Mijn vader fietste ook altijd naar zijn werk. Hij werkte bij de gemeentelijk dienst voor sociale zaken, waar hij van schrijver, via diverse functies opklom tot bureauchef. Eerst was dat in de Marnixstraat tegenover de Toneelschool, waar nu een politiebureau is. Daarna werd het de Lutmastraat, waar vroeger de legendarische Oude RAI was, en in de laatste jaren voordat hij met pensioen ging, de Vlaardingenlaan. Die was het verst.
Even een kopje thee
Zowel in de tijd dat hij in de Lutmastraat werkte als in de Vlaardingenlaan, had hij vlak voor zijn thuiskomst een soort revitalisering. Mijn vader fietste dan door de Wijttenbachstraat, onder het Muiderpoortstation door om even voor zes uur de Riouwstraat in te fietsen. Mijn oma en opa stonden dan al op de uitkijk voor het raam van de Sumatrastraat 77 huis. Want dan dronk mijn vader nog even een kopje thee, voordat hij naar ons huis op de Zeeburgerdijk reed.
Hij kwam er weer bovenop na de operatie
Dat hij de 65 zou halen had niemand gedacht toen hij in 1944 in het Binnengasthuis geopereerd moest worden. Er was nog maar één chirurg beschikbaar, omdat alle Joodse artsen waren weggevoerd. De operatie werd in drie delen uitgevoerd (enkele ribben werden weggezaagd omdat men toen nog geen microscopische apparatuur had). De wond moest eerst genezen. Maar hij kwam er weer bovenop, omdat altijd gesport had. Korfballen kon hij niet meer, maar veel fietsen bleek een uitstekend alternatief om gezond te blijven