Ik heb ooit twee badhuizen bezocht. De een zat aan de Funenmolen vast en de andere stond aan het Javaplein. Als zesjarige ben ik met m'n oma’s een paar keer naar het badhuis geweest. Wel met één tegelijk hoor. Niet zo vaak trouwens, want de teil, die buiten aan een grote spijker van een rommelkast hing, werd vaker gebruikt. M'n oma en opa van mijn moederskant keken uit op het badhuis bij de molen. De andere oma en opa woonden in de Sumatrastraat, waardoor het Javaplein weer dichterbij was.
Ik vond het maar niets, zo'n badhuis. Wachten op je beurt, jongens/mannen aan de ene kant en meisjes/vrouwen aan de andere kant. M'n oma ging altijd gelijk met mij. Zij was meestal eerder klaar dan ik, zodat als ik naar buiten kwam, m’n oma op mij wachtte. Hoewel velen wekelijks gebruik maakten van het badhuis, ben ik in geen van beide meer dan drie keer geweest. Ik geloof niet omdat het te duur was. Het was meer een gedoe. M'n moeder waste me liever zelf in de teil in het weekend, gevuld met een heleboel fluitketels warm water en bijgevuld met emmers koud water, of andersom. Gelukkig ging ik er alleen in, al weet ik dat vriendjes met broertjes en zusjes in hetzelfde badwater gewassen werden.
Wij kregen, al werd de huur daardoor flink verhoogd, een douche in de wc, die iets groter werd en de keuken wat kleiner. Je kon dus nooit naar het toilet als er iemand onder de douche stond. Die moest elke keer droog gedweild worden, anders zat je op een kletsnatte wc-bril. Mijn moeder heeft totdat ze naar het Flevohuis ging, eind vorige eeuw, op de Zeeburgerdijk gebruik moeten maken van diezelfde douche.