Als je over het muurtje hing bij ons achter in de tuin aan het Lozingskanaal kon je een enkele keer in het donkere water aan de kant een rat zien zwemmen. Ondanks dat doken we in de zomer heerlijk het kanaal in vanaf een vlondertje. Je stond er niet bij stil dat de ziekte van Weil op de loer lag. Als je thuis last van ongedierte had, muizen kwamen het meest voor, kon je vergif halen bij de GGD op de hoek van de Zeeburgerdijk en de Molukkenstraat, aan de onevenkant, waar nu de Ulu Camii moskee is gevestigd.
Aan De Tafel van Zeven, een succesvol praatprogramma op de televisie van Sonja Barend, zat de jonge Humberto Tan, de latere multi miljonair Harry de Winter en ook ene Henk, die bij die GGD werkte en vertelde hoe vies het in sommige huizen was, die hij van ongedierte moest verlossen. Aan De Tafel van Zeven werden actualiteiten besproken en Sonja leidde het gesprek tussen de leden van het gemêleerde gezelschap.
Nog voor de eerste televisies in de Indische Buurt verschenen had mijn opa al een hele lugubere show gegeven in de WC. Hij was afgekomen op een gil van mijn moeder die een staart in de WC-pot had gezien. Mijn opa kwam kijken en haalde een grote nijptang uit de schuur en probeerde de rat, want die bleek bij die staart te horen, uit de WC te trekken. Uiteindelijk schoot hij achteruit met de staart en een bloederig stukje rat aan de tang. Het restant van de rat was verdwenen. Het heeft wel even geduurd voordat mijn moeder weer op de WC dorst te zitten.