Als ik die middag in lijn 14 door de Borneostraat kom, zie ik dat het Bavohuis nog steeds bestaat, al ligt het er wat armoedig bij. Ik geloof dat het nu een geluidsstudio is of is er een kerkgenootschap gevestigd?
Ooit was het een bekend buurttheater, met een echt groot toneel, coulissen en decors.
Het was toen mijn liefste wens was om balletdanseres te worden, maar dat was thuis onbespreekbaar. Wanneer ik op 'Le Cygne' van Saint Saens de sterren van de hemel stierf, bespotte mijn moeder me.
'Je lijkt wel een echte zwaan met die lange nek van je'.
Als kordate Friezin, ingetrokken in het moederloze Amsterdamse gezin, vond ze dat ik maar beter mijn handen kon leren gebruiken, veel nuttiger voor meisjes die toch gingen trouwen. Dus stelde ik me noodgedwongen tevreden met de jaarlijkse toneel- en balletuitvoeringen in Het Bavohuis.
Kabouters, elfen en lentebloemen dwarrelen door mijn hoofd; kamermeisjes, hofdames en sprookjesprinsessen, tinnen soldaatjes en zigeuners.
'Juf, ik moet zo nodig, kan ik even naar de wc,' vroeg een wit konijn.
'Houd het nog even in, anders moet dat pak weer uit en je moet bijna op!'
'Juf, juf, d'r heb een konijn in ze pak gepiest.'
Glimlachend laat ik de gerenoveerde huizenblokken aan me voorbij gaan.Wat was ik gelukkig met mijn eerste balletsolo als Koningin van de Nacht, mijn hele ziel en zaligheid legde ik erin.
Bij de generale repetitie hoorde ik de muziek, 'Pas des Fleurs' van Delibes, voor het eerst vertolkt door het orkest. Van emotie kon ik geen stap verzetten.
Ik voelde me een echte koningin in mijn wijde, nachtblauwe jurk, waarvan de stof door de valling van het licht bij iedere beweging een andere kleur aannam.
Ik zie weer de zaal met de rood pluchen stoelen, het balkon, de groen oplichtende bordjes naar de nooduitgang, het grote toneel, de trappen naar de coulissen.
Ik ruik weer de stoffige geur, aroma van vergane glorie, de geur van het publiek, dat in die tijd in groten getale naar de uitvoeringen kwam kijken. Ik voel weer de spanning, hoor het geroezemoes, het stemmen van de instrumenten.
Wij keken stiekem door het glaasje in het doek of we bekenden zagen. Mijn moeder kwam niet kijken, maar mijn excentrieke tantes wel, die waren trots op hun nichtje en ze prezen me, tot groot ongenoegen van mamma, ik zou maar verbeelding krijgen...
Het zaallicht dooft, het rumoer van het publiek verstomt.
Het voorspel klinkt en weg zijn mijn zenuwen, ik dans als nooit tevoren. Ik word opgetild door de muziek … ik zweef, ik zweef!
Ik zie het publiek met open monden kijken, zwier voor het balkon langs, maak nog een extra rondje boven de aaaaaah’s en ooooooh’s en zweef met een gracieuze boog over het orkest.
Plotseling krijgt een windvlaag mijn opbollende jurk te pakken, ik ben stuurloos geworden. Angstkreten klinken door de zaal, ik hoor mijn tantes gillen en met een doffe klap beland ik midden tussen het orkest.
'Vergeet u straks niet uit te checken?' 'Please remember to check out'.
Anneke Koehof, april 2015
lees ook deel 5 van de serie over Flevo: DANSEN IS GELUK