De straat waar ik opgroeide was de Majubastraat. Ik woonde er vanaf mijn geboorte in 1942 tot zo ongeveer mijn eenentwintigste. Het ingewikkelde leven begon pas op de middelbare school in Zuid. De tijd ervoor herinner ik me als een heerlijke periode van veel vriendinnetjes en vooral van buitenspelen.
De Majubastraat was, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Pretoriusstraat, een straat van volstrekte rust. De schaarse auto's die er toen waren, reden zeker niet in onze straat. Zo veilig was het er, dat balspellen als 'stand in de wand', 'slagbal met rondjes' en 'Jokari' er ongestoord gespeeld konden worden. Op de rijweg dus, waar slechts af en toe een fietser reed. Ballen deden we ook op de stoep. Echte meisjesspelletjes waren dat: 'Karel Een brak zijn been' en 'randje tik'. Allemaal spelletjes waarbij je de bal tegen de muur gooide en vervolgens weer opving. Bij 'Karel Een' zegden we een versje op en klapten daarbij in de handen en bij 'randje tik' probeerden we een dikke rand boven de bakstenen te raken, waardoor de bal met een speciale boog weer terug kwam. Feest was het wanneer het gesneeuwd had. Had de vorst de sneeuw goed bevroren, dan bonden we de schaatsen onder en hadden zo onze straatijsbaan!
De Majubastraat is nog steeds rustig, maar spelen op de rijweg lijkt me toch onverstandig tegenwoordig. Trouwens waar zijn die fijne randjes gebleven? De hele gevelwand van de even zijde is gemoderniseerd, en niet in oude stijl.