Mijn nichtje Ans van der Groep was mijn beste vriendin in de jaren dat ik op de Oranje Vrijstaatschool zat. Tussen 1949 en 1955 was dat. Zij woonde in de Schagerlaan en ik in de Majubastraat. We waren van gelijke leeftijd en speelden ontzettend vaak bij elkaar. Eigenlijk wilden we zusjes zijn. Vaak hadden we dezelfde jurken aan die mijn moeder voor ons gemaakt had. Jurken met bloemetjes en van dat smokwerk, ik zie ze nog voor me. We deden of we een tweeling waren en we vonden dat we in die jurken als twee druppels water op elkaar leken.
Dicht bij mijn huis speelden we op het Transvaalplein, maar we waren ook vaak op de Ringdijk te vinden, langs de waterkant en onder het gele bruggetje. Op de Ringdijk hing vaak een weeë geur van chocolade die van de Blooker cacaofabriek afkomstig was of van Korff. In de Ring gingen we vissen met een zelfgemaakt schepnetje. We vingen stekelbaarsjes, puitaaltjes en watervlooien en deden die in een jampotje. Thuis hielden we ze nog een poosje in leven, maar uiteindelijk legden ze het loodje natuurlijk. Als Ans bij mij had gespeeld bracht ik haar na het eten naar huis. Over de Ringdijk liepen we weer, we passeerden boerderij 'De Eenhoorn' en gingen het trapje af om zo de Schagerlaan in te gaan. Vaak bracht zij mij dan weer naar huis en ik haar weer en dan zij mij, daar konden we lang mee doorgaan.