Snorretje
We kenden hem allemaal als ‘Snorretje’. Niemand wist eigenlijk wat zijn werkelijke naam was. We kenden hem alleen met zijn bijnaam, omdat hij een lichte snor had en een bijna kaal hoofd.
Voor alle kinderen in de Watergraafsmeer was de winkel van Snorretje op de hoek van de Middenweg en de Fraunhoferstraat niet minder dan de snoephemel. De voorzijde van Snorretjes winkel was een normale drogist, waar, in onze ogen, deftige dames eau de Cologne kochten en andere artikelen.
De achterzijde daarentegen was het domein van de kinderen. Daar had Snorretje een glazen toonbank, waarin alle soorten snoep lagen die hij verkocht, wel honderd soorten, althans dat was mijn kinderbeleving. Voor ons kinderen was het fijne, dat bijna al het snoep een stuiver kostte. Alleen zoethout niet, daarvan kreeg je er twee voor een stuiver.
Wanneer ik van opa, oma, een oom of tante wat geld had gekregen, dan verheugde ik me al op de gang naar Snorretje om snoep te kopen van dat geld dat niet in mijn spaarpot hoefde. We gingen zelden na school naar Snorretje. Dat deden we op woensdag- of zaterdagmiddag. Je moest er de tijd voor nemen om je keus te maken. Tijdens de wandeling van de Bredeweg naar de Middenweg dacht ik al na wat ik zou kopen. Een stroopsoldaatje, zoethout, een toverbal of een kauwgombal, zwart op wit, een dropsliert, een dropmatje of toch maar weer een pakje kauwgum met voetbalplaatjes.
In de winkel, je was er nooit alleen, met andere kinderen die daar waren overlegde ik wat we zouden nemen voor onze stuiver. Snorretje bleef altijd discreet voor in de winkel tijdens het langdurige en ingewikkelde proces waarin je je keuze maakte. Hij mengde zich nooit in het overleg tussen vriendjes. Je was gelukkig als je een dubbeltje had te besteden, dan had je meer keus.
In mijn verbeelding stonden we urenlang te overleggen wat we zouden nemen. Uiteindelijk koos ik toch meestal voor een pakje kauwgum met van die voetbalplaatjes van Dik Bruynesteyn. Die spaarde ik en een dubbele kon ik altijd met andere jongens ruilen. Ik herinner me nog de plaatjes van Faas Wilkes, Cor van der Hart en Frans de Munck, maar ook van de spelers van Ajax: Henk en Cees Groot, Kootje Prins en natuurlijk Sjakie en tal van anderen. Was de koop eenmaal met Snorretje gesloten, dan huppelde ik vrolijk naar huis, snoep rijker en een stuiver armer.